Nieuws
0

Carrière bij de netbeheerder met de energietransitie in het vooruitzicht

Indra Waardenburg

Nederland is volop bezig met de energietransitie. Voor 2030 moet de CO2-uitstoot met ten minste 49 % zijn gedaald ten opzichte van 1990. In dat jaar moet een kwart van alle huizen daarom van het gas af zijn. Dit vraagt nogal wat van de netbeheerder en zijn medewerkers. Zijn er eigenlijk wel voldoende goed opgeleide technici voor deze transitie beschikbaar of vereist het een massale omscholing?

‘Het werk binnen onze sector is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Dit komt door vooral door de energietransitie, maar ook door de economische groei. We hebben dit jaar onder andere al 7,5 keer meer aanvragen in vergelijking met vorig jaar voor onze zwaarste aansluiting op het elektriciteitsnet. Ook investeren meer woningbezitters in zonnepanelen; in ons gebied zagen wij het aantal zonnepanelen in de afgelopen twaalf maanden met 58 % stijgen’, vertelt Peter Hofland, woordvoerder bij Alliander. Met ruim 90.000 km aan elektriciteitsnetten en bijna 42.000 km gasleidingen is Liander één van de grootste netbeheerders in Nederland en alleen het onderhoud hiervan vraagt al een aardige personeelsbezetting. Het bedrijf heeft ruim 7.000 mensen in dienst. ‘Helaas hebben ook wij te maken met een tekort aan technisch geschoold personeel. Iemand met een technische opleiding heeft nu de keuze uit 39 banen, wat in 2017 nog een keuze uit zeven banen was. Het wordt dan ook moeilijk om uitstromende pensionado’s te vervangen, laat staan mensen te werven voor het bijkomende werk door de energietransitie’, zegt Tessa van Doremaele, programmamanager maakbaarheid bij Alliander. Om deze reden zet Alliander zich vol in op de werving en selectie en het bijbehorende opleidingsprogramma. Zo wordt onder andere het huidige personeel aangemoedigd om als een soort ambassadeur nieuwe collega’s te werven.  Van Doremaele: ‘Hiervoor heeft iedereen een VR-bril gekregen, waarmee zij een demonstratie kunnen geven over het werk dat wij doen. We hebben op deze manier zo’n honderd man binnengekregen in de afgelopen drie jaar.’

Met zijn opleidingsprogramma’s richt Alliander zich onder andere op jonge mensen die rechtstreeks van school komen. Aan het Operational Network Program (ONP), dat vorig jaar voor het eerst van start ging, doen dit jaar weer tien jongeren mee die allemaal al een havo- of mbo-diploma met een technisch profiel op zak hebben. De verkorte hbo-opleiding van twee jaar is een samenwerking tussen Alliander, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Quadraam. Het bestaat uit drie dagen per week werkervaring opdoen en twee dagen per week naar school. Aangezien de deelnemers al echt aan het werk gaan, moeten zij wettelijk gezien 18 jaar of ouder zijn. ‘Voor geïnteresseerden jonger dan 18 jaar ontwikkelen wij momenteel een opleidingsmogelijkheid, waarbij zij kunnen werken in een gesimuleerde omgeving’, aldus Van Doremaele.

Naast het ONP biedt Alliander ook een BBL programma aan op hun technische bedrijfsschool. Leerlingen met een diploma kaderberoepsgerichte leerweg VMBO krijgen dan in vier maanden de theorie voorgeschoteld, waarna negen maanden wordt gewerkt in de beroepspraktijk. Van Doremaele: ‘Met deze onderwijsprogramma’s proberen we de pool groter te maken, anders blijf je mensen rondpompen.’
Om de vijver van technici verder te vergroten richt Alliander zich ook op statushouders met een elektrotechnische achtergrond. Voor deze groep heeft de netbeheerder een driejarig programma ontwikkeld. ‘Natuurlijk staat de veiligheid centraal en moet deze groep ook de Nederlandse taal eigen maken. Na ongeveer 1,5 jaar behalen zij hun mbo-diploma en gaan aan het werk als leerling-monteur. Pas na drie jaar kunnen zij zelfstandig aan de slag. Afgelopen maart behaalde de eerste groep haar diploma en in mei zijn weer tien nieuwe statushouders gestart met de opleiding’, aldus Van Doremaele.

Naast Liander kampt ook Enexis Netbeheer met een tekort aan technici. ‘We doen nog steeds wat we altijd al deden; zorgen voor een betrouwbaar en veilig net. Daarnaast willen we ook een regierol vervullen in de energietransitie, wat het werkpakket alleen maar groter maakt’, aldus Thom van ’t Hullenaar, manager recruitment bij Enexis Netbeheer. Om mensen intern op te leiden beschikt de netbeheerder dan ook over twee eigen vakscholen; in Hoogeveen en Eindhoven. Op de vakschool kunnen jongeren of zij-instromers in twee jaar hun mbo-diploma niveau 3 elektrotechniek halen, om daarna met baangarantie bij Enexis Netbeheer aan de slag te gaan als monteur. De vereiste vooropleiding is wel een VMBO diploma (kader of theoretische leerweg) of een mbo-diploma niveau 2 met een technisch profiel. Ook aan de zestienjarigen is gedacht. ‘In samenwerking met het Koning Willem I College in ’s-Hertogenbosch bieden wij een driejarig opleidingstraject aan. De theorie is dan aan het ROC, maar de vakinhoudelijke veiligheidstrainingen vinden bij ons plaats. Deze opleiding wordt volledig vergoed door Enexis Netbeheer en na drie jaar kunnen de nieuwe monteurs gelijk -met een eigen bus en materiaal- bij ons aan de slag. Ook het behalen van het rijbewijs wordt door ons verzorgd’, aldus Van ’t Hullenaar. Om scholieren te interesseren organiseert Enexis Netbeheer open avonden op locatie en staat de netbeheerder ook op diverse studiekeuzebeurzen. Van ’t Hullenaar: ‘We zien vaak dat jongeren het lastig vinden om een keuze te maken. Natuurlijk is het voor sommige jongeren en hun ouders een positief gegeven dat wij de opleiding willen vergoeden. Het is naar mijn idee prima om zo een eventuele drempel weg te nemen, maar dan moet je wel iets waardevols bieden.’

Ook hoger opgeleide technici kunnen bij Enexis Netbeheer terecht. Zo kunnen hbo’ers terecht op de Engineering Academy, waar starters in twee jaar tijd worden opgeleid tot (project)engineer. Daarnaast biedt het bedrijf ook een tweejarig traineeship programma aan, waar onlangs weer acht nieuwe trainees mee zijn gestart. Het programma bestaat uit twee grote opdrachten die elk een jaar duren. ‘We zien dat de energietransitie ertoe heeft geleid dat hoger geschoolden vaker kiezen voor een baan bij de netbeheerder door het ontstaan van strategische vraagstukken’, zegt Van ’t Hullenaar.

In tegenstelling tot Liander en Enexis geeft Stedin aan momenteel geen tekort te hebben aan technici. ‘Wij hebben in 2015 ervoor gekozen om zelf de slimme meters te gaan installeren. Hier hebben we 382 monteurs voor aangenomen, waarvan 175 monteurs geworven zijn onder thuiszittende 55-plussers. In acht weken tijd hebben wij deze mensen opgeleid voor het installeren van de slimme meters. Dat deze vergeten groep bij ons aan de slag kon was fijn voor hen en wij hebben er ook nog steeds plezier van nu er nauwelijks technisch geschoold personeel te krijgen is’, vertelt Peter Burgers, hoofd opleidingen bij Stedin Bedrijfsschool. Nu bijna alle slimme meters geplaatst zijn, is het in 2020 tijd om de groep monteurs om te scholen tot 1e monteurs. Burgers: ‘Ook al is deze groep al wat ouder weet ik zeker dat ze er open voor staan. Opnieuw thuis gaan zitten is absoluut geen optie voor hen.’

Naast de groep van 55-plussers richt ook Stedin zich op jongeren met hun BBL-traject. Per jaar starten er zo’n dertig jongeren aan een BBL-traject. Het programma duurt drie jaar en bestaat uit één dag theorie, één dag praktijk en drie dagen per week werkervaring opdoen. Sinds kort is Stedin gestart met een pilot voor zestienjarigen. ‘Dit is een klasje van twintig man die vier dagen in de week op hun eigen MBO de theorie volgen en één dag in de week stage lopen bij Stedin. Na twee jaar – als ze 18 zijn – mogen ze naar buiten’, aldus Burgers. Dat het werven van jongeren een vruchtbare methode is, blijkt wel uit het feit dat meer dan 80 % van de mensen die op deze manier zijn binnengekomen nog steeds in dienst is bij Stedin.
Vooruitkijkend op de energietransitie ontwikkelt Stedin samen met het Markiezaat College in Bergen op Zoom, Installatie Werken en DNWG lesstof voor de mbo-opleiding niveau 4, wat zich focust op deze energietransitie en binnen nu en twee jaar gebruikt zal gaan worden. Burgers: ‘De monteur van nu gaat zogezegd nog met een schop op de storing af, terwijl de monteur van de toekomst hoofdzakelijk zijn laptop gebruikt. De lesstof die we nu ontwikkelen zal een basis bevatten die, gezien de snelheid van technologische ontwikkelingen, snel aangepast moet kunnen worden.’

 

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×