China loopt wereldwijd voorop in de ontwikkeling van elektrische voertuigen, en dat beperkt zich niet tot het produceren van auto’s. Ook op het gebied van laadinfrastructuur zet het land grote stappen. Twee technologieën staan daar nu centraal: batterijwisselstations en ultrasnel laden. Beide systemen proberen een oplossing te bieden voor een van de grootste drempels van elektrisch rijden: de laadtijd.
Een batterijwisselstation werkt als een soort pitstop voor elektrische auto’s. In plaats van minutenlang aan een laadpaal te staan, rijdt de bestuurder een speciaal station binnen waar de lege accu automatisch wordt verwijderd en vervangen door een volledig opgeladen exemplaar. Dit proces duurt vaak minder dan twee minuten.
Vooral de Chinese autofabrikant Nio is een grote voorstander van deze aanpak. Het merk heeft inmiddels duizenden wisselstations verspreid over China, en rolt het concept ook in Europa uit. Het systeem werkt volledig automatisch en stelt bestuurders in staat om snel weer de weg op te gaan, zonder dat ze zelf iets hoeven te doen.

Een bijkomend voordeel van het batterijwisselmodel is dat de accu geen onderdeel hoeft te zijn van de koop. Nio biedt bijvoorbeeld auto’s aan waarbij de klant de batterij huurt. Dat drukt de aanschafprijs van de auto aanzienlijk. Hierdoor wordt elektrisch rijden toegankelijker voor een grotere groep consumenten, zeker in een prijsgedreven markt als China.
Niet alleen autofabrikanten, maar ook batterijproducenten stappen in dit model. CATL, de grootste batterijmaker ter wereld, investeert fors in de uitrol van wisselstations en ontwikkelde een gestandaardiseerd batterijtype dat door meerdere automerken gebruikt kan worden. Daarmee proberen ze het ecosysteem rondom batterijwissel nog schaalbaarder te maken.
Ultrasnel laden: 400 kilometer bereik in 5 minuten
Tegenover het wisselmodel staat ultrasnel laden. Deze technologie ontwikkelt zich razendsnel en maakt het mogelijk om in slechts vijf minuten honderden kilometers rijbereik bij te laden. Autofabrikanten zoals BYD ontwikkelen voertuigen die overweg kunnen met laadsnelheden tot wel 1.000 kilowatt.
Ultrasnel laden heeft als voordeel dat het eenvoudig aansluit op bestaande laadinfrastructuur. Bestuurders hoeven niet naar een specifiek wisselstation, maar kunnen vaak gewoon terecht bij snellaadstations langs de snelweg of op parkeerterreinen. Bovendien hoeven autofabrikanten hun modellen niet aan te passen om gebruik te maken van gestandaardiseerde verwisselbare batterijen.
Voor consumenten die vooral incidenteel lange ritten maken, of voor wie gemak en locatie belangrijk zijn, is ultrasnel laden op dit moment een logische keuze. Zeker nu de techniek goedkoper en breder beschikbaar wordt, stijgt de interesse in deze vorm van laden.

Concurrentie of aanvulling?
Hoewel batterijwissel en ultrasnel laden vaak als rivalen worden gezien, is het goed mogelijk dat beide technologieën naast elkaar blijven bestaan. Het zijn immers verschillende oplossingen voor verschillende behoeften.
Batterijwisselstations zijn bij uitstek geschikt voor commerciële toepassingen zoals taxi’s, bezorgdiensten of logistieke vloten. Daar is tijd geld, en telt elke minuut die een voertuig stilstaat. Wisselstations minimaliseren stilstand en maken het mogelijk om voertuigen praktisch non-stop in te zetten.
Voor de doorsnee consument volstaat ultrasnel laden meestal prima. De techniek vereist geen aparte infrastructuur per automerk en past goed binnen het huidige ecosysteem van laadnetwerken. Het is bovendien makkelijk te begrijpen en voelt vertrouwd: je plugt iets in, wacht een paar minuten en rijdt weer verder.
China als laboratorium voor de wereld
Wat China interessant maakt, is de schaal waarop beide systemen worden getest. Geen ander land heeft zoveel EV’s op de weg en zoveel verschillende oplossingen in ontwikkeling. Waar andere landen vaak nog in de planfase zitten, experimenteert China op straatniveau.
Deze snelle implementatie biedt waardevolle inzichten voor andere markten. Europese landen en ook de VS kijken met interesse naar het Chinese model, en sommige elementen—zoals gestandaardiseerde batterijen of voertuig-abonnementen zonder accu—worden al bestudeerd voor lokale toepassing.
China laat zien dat technologische innovatie hand in hand kan gaan met pragmatische keuzes. Door volop te investeren in zowel wisselstations als ultrasnelladers, voorkomt het land dat één technologie de overhand krijgt en biedt het flexibiliteit aan gebruikers.
Of we straks ook in Europa massaal overstappen op batterijwisselstations is nog de vraag. Maar dat China de toon zet in de infrastructuurstrijd rond elektrisch rijden, staat inmiddels buiten kijf.