Michael Persson
Even leek het virus een grote gelijkmaker. Arm en rijk, machtig en onmachtig, wit en zwart, man en vrouw, waar ook ter wereld, iedereen kon erdoor worden geraakt. Hoe verschrikkelijk ook – dat zou, met een raar woord, tenminste eerlijk zijn geweest.
Maar natuurlijk is het niet eerlijk. Wie oud is gaat er eerder aan dood. Wie ziek is gaat er eerder aan dood. Mannen gaan er iets vaker aan dood. En daarnaast, zeker hier in de VS, zie je dat het natúúrlijk wel uitmaakt of je geld hebt of niet, of je macht hebt of niet, of je iemand bent of niet. Het virus zelf is niet eerlijk, maar het laat ook zien hoe oneerlijk de maatschappij is waarin het rondwaart.
Je ziet het aan alles wat schaars is. Niet aan het hamsteren van levensmiddelen: die zijn niet schaars, die maken we alleen tijdelijk schaars, om dan te dénken dat we bevoorrecht zijn als we ze kunnen bemachtigen. Nee, écht levensreddende middelen. Neem de testen. Wil je worden getest op het virus? Geen kans, tenzij je al zo ziek bent dat je naar het ziekenhuis moet. Maar de afgelopen weken lieten ineens allerlei politici, basketbalspelers en miljonairs weten dat ze het virus hadden, ook al hadden ze geen symptomen. De machtigen, rijken en beroemden in dit land kunnen dingen krijgen die anderen nooit kunnen krijgen. En dat is nog maar een test – laat staan als straks de vraag is wie er voorrang krijgt bij het beademingsapparaat.
De ongelijke schokgolven van het virus reiken veel verder dan medische capaciteit. In Washington zag je senators geld verdienen met de voorkennis die zij hadden over het virus. Overal in het land zie je bedrijven geld verdienen met woekerprijzen voor mondkapjes en verpleegkleren. Lobbyisten met toegang tot de politiek weten de miljarden dollars die klaarliggen richting hun eigen opdrachtgevers te sturen. De slachtoffers zijn de werkenden die zonder geld naar huis moeten of ontslagen worden (de werkloosheid steeg afgelopen week met 2,4 miljoen), en die genoegen moeten nemen met een eenmalig douceurtje van $1.200.
Niks eerlijk: er zullen, net als in elke crisis, gewoon weer winnaars en verliezers zijn. Mensen die ten onder gaan, mensen die profiteren.
Daarbij is de vraag: wat kan de overheid doen om de crisiseconomie te dempen? In oorlog en crisis werkt de markt niet meer. Dan grijpt de overheid in. Amerika won de Tweede Wereldoorlog door de industrie onder zijn bevel te krijgen met de War Powers wetten van 1941 en 1942, die het land ombouwden tot een oorlogsmachine. Nu durft Trump een soortgelijke wet niet eens te gebruiken om mondkapjes of beademingsmachines te laten maken. De markt moet het van hem oplossen.
Dus krijg je het gewoeker, de tekorten, de onnodige doden. Misschien is dat nog het meest tragische, van deze crisis. Hij bewijst dat onrecht een keuze is.