Armand van Wijck
Rijkswaterstaat heeft een start gemaakt met de grootste onderhoudsopgave uit de Nederlandse geschiedenis. De beheerder moet de komende decennia honderden bruggen, sluizen, viaducten en tunnels uitgebreid renoveren of zelfs vervangen. Dit vergt het uiterste op zowel organisatorisch als technisch vlak en vraagt ook om een nieuwe aanwas van specialisten.
‘Het is vrijwel niet voor te stellen hoe groot de opgave is’, vertelt Tjeerd Roozendaal, Hoofd-Ingenieur Directeur Programma’s, Projecten en Onderhoud. ‘Het gaat om veel objecten, veel geld en het is ook nog eens heel complex.’ Naast de hoofdsnelwegen en vaarwegen moet Rijkswaterstaat ook de kustlijn voor zijn rekening nemen. Zo staat er groot onderhoud gepland voor de Oosterscheldekering en de Maeslantkering. Gezien de omvang van de opgave is er de komende jaren een flinke toename van het budget om de bestaande infrastructuur mee aan te pakken. Te beginnen met ongeveer € 150 miljoen per jaar dat naar verwachting oploopt tot ruim € 350 miljoen euro per jaar vanaf 2020.
Het grootste deel aan objecten dat aan vervanging of groot onderhoud toe is, is gebouwd in de jaren ’50 en ‘60. Maar verrassend genoeg gaat het soms om veel jongere bouwwerken. Zo is er de Suurhoffbrug op de A15 die is opgeleverd in de jaren ’80, maar nu al aan het einde van de levensduur is. Destijds was geprobeerd om deze basculebrug zo licht mogelijk te construeren. ‘Dat was gelukt en de brug is overigens nog steeds veilig, maar het heeft toch veel te lijden gehad van het zware wegverkeer’, licht Roozendaal toe.’ Zo zie je dat niet iedere innovatie altijd even geslaagd is. We moeten daarom tijdens de voorbereidingen al nauwkeurig doorlopen wat een innovatieve aanpak betekent voor de robuustheid van onze infrastructuur.
Innovaties en verduurzaming zijn voor Rijkswaterstaat onlosmakelijk verbonden aan de onderhoudsopgave, zeker wanneer het de infrastructuur nog veiliger en slimmer maakt. Voorop staat dat de basis van een constructie weer tientallen jaren meegaat. Toch kan de functie van een constructie tijdens de lange levensduur veranderen. Roozendaal verwacht daarom dat modulair bouwen bij de onderhoudsopgave een grote rol zal gaan spelen en geeft een voorbeeld: ‘We weten niet zeker of de zeespiegel harder zal stijgen dan we vermoeden. Maar renoveren we een dijk nu op een slimme manier zodat we die over twintig jaar modulair kunnen ophogen indien noodzakelijk, dan kunnen we weer vele jaren vooruit en hoeven we daar op dit moment nog niet aan te beginnen. Op die manier zijn we ecologisch en economisch verantwoord aan het bouwen. We gaan dus zeker modulaire ontwerpen tegenkomen tijdens de onderhoudsopgave.’
Roozendaal ziet het organiseren van de onderhoudsopgave als een van de grootste uitdagingen. Hij noemt het een ongelooflijk complexe en haast wiskundige klus. ‘Je grijpt ergens in, maar daardoor verhoog je tegelijkertijd de druk op andere plekken in het verkeersnetwerk. Nemen we dan tijdelijke maatregelen om de overlast te compenseren, of leggen we een verbinding tijdelijk helemaal plat en proberen we vervolgens zo snel mogelijk te werken?’ Er is software die helpt om de doorstroming van het verkeer te voorspellen, maar het maken van de juiste keuzes blijft alsnog een ingewikkelde, menselijke afweging. Zeker in de westelijke Randstad waar verkeerssystemen nu al onder hoge druk staan en files nog meer toenemen. Roozendaal: ‘We voelen het maatschappelijk belang: het water en asfalt moeten zo veel mogelijk beschikbaar blijven. De onderhoudsopgave doet daarom een enorm beroep op ons vakmanschap en arbeidsethos. De meest passende oplossing bieden voor dit soort complexe vraagstukken, daar doen we het voor.’
Het toekomstbestendig maken van de constructies betekent ook anticiperen op de technologie van morgen. Neem bijvoorbeeld truck platooning, waarbij vrachtwagens in colonne achter elkaar over de snelweg kunnen rijden. Het geeft een betere doorstroming van het verkeer, maar een veel zwaardere belasting op de infrastructuur. Roozendaal: ‘Hebben we een brug of viaduct in onderhoud, dan moeten we die nu al sterk genoeg maken voor dit soort toekomstige ontwikkelingen.’ Industriële automatisering is een andere belangrijke technologische ontwikkeling die relevant is voor de infrastructuur, met in het verlengde daarvan cyber security. Dat betekent dat Rijkswaterstaat naast het renoveren van het civiele gedeelte van bijvoorbeeld bruggen en sluizen, tegelijkertijd de hele besturing, bediening en beveiliging zal aanpakken. Sluizen die een wachter voorheen allemaal afzonderlijk bediende, zijn straks vanuit één centrale op afstand bedienbaar en beveiligd tegen hackers.
‘In al onze opdrachten, waaronder de onderhoudsopgave, zien we dat civiele techniek zich steeds meer gaat mengen met elektrotechniek en IT’, aldus Roozendaal. ‘Het zijn werelden die met elkaar te maken krijgen maar nog lang niet altijd elkaars taal spreken. Het is heel interessant om te zien hoe hier een nieuw vakgebied ontstaat.’ Rijkswaterstaat werkt daarom voor iedere opdracht met multidisciplinaire teams bestaande uit verschillende specialisten. Voor de onderhoudsopgave betekent dit dat er voornamelijk behoefte is aan extra project-, asset- en omgevingsmanagers en inkoop- en contractspecialisten. ‘We zoeken geen traditionele denkers, maar duurzame doeners. Vakbekwame collega’s die samen met de markt en andere overheidsinstanties willen zoeken naar vernieuwende oplossingen’, legt Roozendaal uit. ‘We willen tenslotte op een innovatievere manier met het onderhoud van onze infrastructuur omgaan: duurzamer, veiliger, goedkoper en met een grotere functionaliteit dan voorheen.’
Het afgelopen half jaar was er al een behoorlijke toestroom van nieuwe medewerkers. Sommigen zijn zelfs met elkaar compleet nieuwe projectteams gaan vormen. Roozendaal merkt dat het veel dynamiek en ruimte geeft om ook snel vernieuwingen door te voeren. Voor industriële automatisering is een aantal proefprojecten benoemd die vooroplopen met het toepassen van nieuwe technologie. De Wantijbrug bij Dordrecht is hier een voorbeeld van, omdat die alle functionaliteiten van een complexe basculebrug heeft. Aankomende zomer zal daar een onderhoudsslag plaatsvinden. Gaat alles goed dan kan Rijkswaterstaat met de vernieuwingen daarna grotere werken aanpakken zoals de Van Brienenoordbrug.
Wat het werk volgens Roozendaal verder interessant maakt, is dat het vol verrassingen zit. ‘Je denkt te beginnen aan een relatief overzichtelijke klus. Je hebt de steigers staan en het beton verwijderd, haalt de installatie uit elkaar en dan kom je toch iets onverwachts tegen. Misschien moet je wel de hele fundatie van een motor aanpassen terwijl je dacht met nieuwe motorsteunen klaar te zijn. ‘Dat is het fascinerende van de onderhoudsopgave: je moet continu alert blijven. Daarbij komt dat het werk resultaatgericht is. We hebben zichtbaar invloed op een betere leefomgeving voor ons allemaal.’