Menno Steketee
Bij de termen ‘ruimte’ en ‘krijgsmacht’ schieten bij de meeste mensen spionagesatellieten te binnen. Maar die peperdure systemen van de grootmachten zijn maar het topje van de ijsberg.
Westerse krijgsmachten zijn voor veel meer activiteiten afhankelijk van de – na water, land en lucht – ‘vierde dimensie’.
Â
‘Sterker nog’, aldus generaal Hans Wehren, plaatsvervangend commandant van de Koninklijke Luchtmacht, ‘de relevantie van de ruimte neemt alleen nog maar toe.’ Het is daarom onwenselijk, aldus Wehren, die onlangs sprak op een symposium gewijd aan het thema ‘ruimte voor veiligheid’, dat er geen gecoördineerd plan van aanpak is inzake de ruimte. ‘Dat zet Defensie op achterstand.’
Â
Volgens Wehren zijn er zes deelgebieden waarbinnen krijgsmachten profiteren van technologie in de ruimte, maar waarvan de afhankelijkheid tevens doorlopend groeit. Het Global Positioning System (gps) wordt bijvoorbeeld steeds belangrijker voor het navigeren van schepen, vliegtuigen en complete expeditionaire troepenmachten. Dat daar andere systemen zoals het Europese Gallileo bijkomen, doet daar weinig aan af: het blijft om constellaties kunstmanen gaan.
Â
Ook de militaire communicatie verloopt steeds meer via kunstmanen. Zo kunnen de troepen in Afghanistan – of waar dan ook ter wereld – niet zonder satellieten voor de verbindingen onderling, maar ook met het thuisfront. Een van de sprekers op het symposium, een ‘satelliet operator’, meldt zelfs dat bijna veertig patrouillerende robotvliegtuigen in Afghanistan – een bescheiden deel van het totaal – al de helft van de capaciteit van een commerciële satelliet nodig hebben om beeld, spraak en data te kunnen doorseinen.
Â
Ook voor relatief simpele taken zoals weersvoorspelling zijn volgens Wehren satellieten erg belangrijk. Onweer boven een doelgebied vergt andere aanvalsplannen. Schepen moeten misschien een stormfront omzeilen en ook de trefzekerheid van bommen, kogels of torpedo’s kan worden geschaad door weersinvloeden.
Â
Ook voor de nog altijd actuele raketverdediging zijn satellieten onmisbaar. De geostationaire kunstmanen van het Defense Support Program (DSP) van de VS observeren waar raketten worden gelanceerd en geven vervolgens informatie over het ballistische traject door aan de verdediging. ‘De ruimte is randvoorwaardelijk voor hedendaagse militaire operaties’, vat Wehren het samen.
Â
De term ‘randvoorwaardelijk’ is misschien zelfs een onderschatting. Zo nam Wehren enige tijd terug deel aan een Amerikaanse oefening onder het thema ‘een dag zonder ruimte’. Bij de exercitie waren de deelnemende partijen verstoken van alle kunstmanen die hen normaal ter beschikking staan. Wehren constateert: ‘Er viel eigenlijk niets te oefenen.’
Â
De afhankelijkheid van commercieel verkrijgbare diensten zoals die van communicatiesatellieten neemt daarnaast toe. En dat geldt ook voor de diensten die worden aangeboden voor remote sensing, het surveilleren van het aardoppervlak.
Â
Dat belang van die vierde dimensie brengt een extra factor met zich mee: de krijgsmacht moet rekening houden met de kwetsbaarheid voor potentiële tegenstanders die over middelen beschikken om westerse satellieten uit te schakelen. Zo bewees China over de capaciteit te beschikken om kunstmanen te vernietigen door een eigen weersatelliet te onderscheppen met een raket. Ook heeft het land een laser waarmee het spionagesatellieten kan verblinden.
Â
De fysieke vernietiging is misschien niet eens de grootste bedreiging van de ruimtemiddelen; ook het hinderen van de almaar groeiende satellietfuncties is een factor. Wehren: ‘Naast de kinetische bedreigingen vergt ook het storen van space assets de volle aandacht.’