Henk Klomp
Ingenieurs van de Technische Universiteit in Delft luiden de revival van EEG in. ‘We kunnen elke milliseconde met een nauwkeurigheid van twee millimeter in 3d de zenuwactiviteit in de hersencortex gaan bepalen’, stellen de onderzoekers.
Tot nu toe gebruikten hersenonderzoekers MRI om te achterhalen welke hersengebieden actief zijn bij het uitvoeren van taken. Hierbij volgt de scanner de veranderingen van de bloedstromingen naar hersengebieden. Deze lopen echter al snel twee tot vijftien seconde achter op de zenuwactiviteit. ‘MRI staat tegenwoordig nogal ter discussie als hersenscantechniek. EEG-scans kunnen de waarnemingen van MRI-scanners maar slecht valideren, zodat het maar de vraag is of de gebieden die ze aanwijzen ook echt de actieve gebieden zijn’, vertelt Frans van der Helm van de TU Delft.
EEG, het meten van elektrische potentiaalverschillen via de hoofdhuid, is inmiddels sterk verbeterd. Met een net over de hersenen met 256 elektroden en superkrachtige signaalverwerkingstechnieken zijn ingenieurs er al eerder in geslaagd om 3d-beelden van hersenÂactiviteit te maken.
‘Het signaal is zwak omdat de hersenschedel zo’n sterke elektrische isolator is, maar met wiskundige algoritmes is steeds beter te achterhalen waar de bron van een opgepikt signaal zit. We gaan de signaal-ruis-verhouding nu drastisch opschroeven door proefpersonen achter een joystick te zetten die trilt op een manier die we heel precies zelf gaan instellen. De frequenties en fases van het opgelegde signaal geven ons wiskundig de middelen om real time hersenscans met EEG te maken. Met een subsidie van 3,5 miljoen van de Europese Onderzoeksraad (ERC) gaan we een EEG-scanner bouwen die bepaalt hoe de hersenen lichaamsbewegingen coördineren.’
‘Al jaren is de hamvraag in hersenonderzoek of herstel na een infarct door reparatie van de getroffen hersengebieden komt of door de inzet van niet getroffen hersengebieden om de bewegingen te coördineren’, vertelt arts Gert Kwakkel van de Vrije Universiteit. ‘We hopen door betere scans onze bewegingstherapieën te kunnen verbeteren.’
