Herman Damveld
De VVD van Overijssel wil onderzoeken of er in de provincie een geschikte plek is voor een kerncentrale. Dat stelde VVD-gedeputeerde en lijsttrekker Monique van Haaf op 11 november. De kans is klein dat dat onderzoek iets oplevert omdat, de locaties voor nieuwe kerncentrales al lang geleden vastgesteld zijn.
Na een rumoerige inspraak stelde de regering in januari 1986 de PKB Vestigingsplaatsen voor kerncentrales deel d vast. Hierin staat: ‘Gewaarborgd moet worden dat locaties ook later nog zoveel mogelijk voldoen aan de belangrijkste criteria van de selectie van de vestigingsplaatsen. (…) In het gebied van 0 tot 5 km rond een (geplande) kerncentrale is het beleid gericht op het handhaven van gunstige lage bevolkingsdichtheden en op het vermijden van de vestiging van voorzieningen die tot aanwezigheid van grote aantallen moeilijk te verplaatsen mensen kunnen leiden.’ Plannen voor woningbouw, recreatie en industriële bedrijvigheid zullen ‘enige praktische consequenties ondervinden van het waarborgingsbeleid.’
Op 13 maart 2009 verscheen het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) onder verantwoordelijkheid van de ministers Van der Hoeven (CDA) en Cramer (PvdA). Hier ging het ook om het ‘waarborgingsbeleid kernenergie,’ met vijf locaties voor een mogelijke kerncentrale: Moerdijk, Westelijke Noordoostpolderdijk, Maasvlakte, Eemshaven en Borssele. Volgens de regering kon alleen op de Maasvlakte een kerncentrale aangelegd en gebouwd worden ‘zonder risico’s voor significante gevolgen’ voor de omgeving. Bij de andere locaties (Eemshaven, Westelijke Noordoostpolderdijk, Borssele en Moerdijk) waren kleine kansen op ongelukken met grote gevolgen.
Na inspraak kwam de regering in 2010 tot een beslissing. Vanwege de bovengenoemde zone van 5 km viel Moerdijk af omdat er te veel mensen woonden; de Westelijke Noordoostpolderdijk viel af omdat bij een ernstig ongeluk ‘de strategische drinkwatervoorraad in het IJsselmeer radioactief kan worden verontreinigd.’ Bleven over: Eemshaven, Maasvlakte en Borssele. Dit beleid is anno 2018 nog steeds van kracht; Overijssel wordt niet genoemd.