Gerald Schut
Dankzij een internationaal samenwerkingsverband is 19 % van de oceaanbodem in kaart gebracht met een resolutie van 100 bij 100 m. Toen het Nippon Foundation-GEBCO Seabed 2030 Project drie jaar geleden begon was slechts 6 % bekend. In het afgelopen jaar is er 14,5 miljoen km2 (tweemaal Australië) bijgekomen. Het doel is 2030 de hele oceaan te dekken.
Met kennis van de oceaanbodem kun je oceaanstromen die het klimaat dragen beter begrijpen en ecosystemen in kaart brengen. ‘Dit is ontzettend belangrijk,’ reageert aardwetenschapper Bas van de Schootbrugge (UU). ‘Ze hebben veel bestaande data bij elkaar gebracht. Je ziet dat vooral gebieden waar veel gevaren wordt en langs de kust gedekt zijn.’ In zekere zin was dit het laaghangende fruit. Bedrijven hebben grote hoeveelheden bestaande meetgegevens in het publieke domein gebracht.
De overige 81 % (grofweg twee maal het oppervlak van Mars) wordt moeilijker. ‘Er zijn wel plannen om met een vloot van drones aan de slag te gaan, maar dat is ontzettend duur. Dat zie ik alleen gebeuren als er een commercieel belang is,’ kijkt Van de Schootbrugge vooruit. Dat denkt ook marien bioloog Sabine Gollner van het NIOZ. ‘Het is relatief goedkoop om een multibeam sonar onder een boot te hangen. Maar zodra de oceaan dieper wordt ontstaat er te veel ruis in die metingen. Dan ben je al gauw op duurdere apparatuur aangewezen.’
Dat geldt voor het grootste deel van de oceaan. 95% is dieper dan 200 m: de zogenoemde ‘deep sea’. Onder water ligt geen simpele badkuip, maar voor zover we nu weten een verzameling reusachtige vlaktes, grillige bergketens en diepe troggen met een gemiddelde diepte van bijna 4 km. Er liggen meer vulkanen dan op land. Dit soort dingen weten we dankzij de multibeam sonar en omdat uit satellietbeelden een grofmazige dieptekaart met pixels van 5 bij 5 km af te leiden valt. ‘Massa trekt massa aan,’ legt Van de Schootbrugge uit. Boven een onderwaterberg zal zich dus meer water ophopen. Die hoogteverschillen in zeeniveau zijn met satellieten goed te meten.
Volgens Gollner kan betere oceaancartografie helpen inschatten waar zich waardevolle ecosystemen bevinden. Dit is belangrijk in onze wereld waar de zogenoemde “blue economy” sterk in waarde zal toenemen. Er liggen bijvoorbeeld enorme hoeveelheden mineralen op de oceaanbodem in internationaal water, waar steeds meer landen interesse voor tonen. Nog steeds is er weinig bekend over de diepe oceaan en een goede kaart van de oceaanbodem is essentieel voor een inkadering van de activiteiten.