Thomas van de Sandt
Op 25 juli is de eerste van een nieuwe klasse zware en geavanceerde Europese communicatiesatellieten gelanceerd.
Inmiddels is ook de delicate operatie van het uitklappen van de 11 m lange antenne van de zogenoemde Alphasat met succes afgerond. Het Europese bedrijf Inmarsat, dat de satelliet zal exploiteren, voert momenteel tests uit en laat weten dat Alphasat in de juiste baan zweeft en zijn werk goed lijkt te doen.
Het uitklappen van de antenne was een van de meest kritische operaties na de lancering. De gevoelige antenne moest tijdens het uitklappen langzaam worden opgewarmd om steeds exact de juist temperatuur te hebben. De satelliet moest hiervoor een rollende beweging maken richting het zonlicht.
Alphasat is ontworpen en gebouwd door Astrium binnen een publiek-private samenwerking van ESA en Inmarsat. Het is de eerste satelliet in de ruimte die is gebouwd met het Alphabus-platform, ontwikkeld door Thales Alenia Space en Astrium. Alphabus vormt de basis voor telecomsatellieten die zwaardere en krachtiger ladingen kunnen dragen dan voorheen: een satelliet op basis van Alphabus kan bij de lancering maximaal 8,8 ton meenemen (Alphasat weegt 6,6 ton) en kan met zijn zonnevleugels – spanwijdte 40 m – zo’n 22 kW aan vermogen leveren aan de instrumenten aan boord. Het Aphabus-plaform biedt plaats aan 230 transponders, genoeg voor meer dan duizend tv-kanalen.
Behalve communicatieapparatuur draagt Alphasat ook enkele demonstratieladingen van ESA met zich mee: een milieu- en stralingstestsensor, een experiment met nieuwe telecomfrequenties, een sterrenvolger en een lasercommunicatieterminal.
