Benno Boeters
In stadion Galgewaard (Utrecht) stonden op 21 april twee tribunes tegenover elkaar voor het Nationaal Congres Aanbesteden en Contracteren, dat kennisplatform CROW had georganiseerd.
Deze tribunes stonden bínnen, want er moest gedebatteerd worden; geen alledaagse bezigheid voor technische mensen (de debatwinnaar bleek een jurist). Zijn er oplossingen in zicht voor alle aanbestedingsproblemen die de bouwsector flink in beroering houden? Helaas. Grote projecten eindigen in de regel nog steeds in rechtszaken over meerwerk of contractbepalingen.
De eerste casus die ter sprake kwam, was de aanbesteding van het project Rotterdamsebaan. Projectdirecteur Paul Janssen en Michel Langhout van BAM Infra kijken er positief op terug. Goede tenderfase, veel overleg (‘de vraag achter de vraag’), afspraken over beperking van overlast, bereikbaarheid voor bedrijven in de buurt, heien pas na 8.00 uur, speciaal asfalt, geluidsbeperking… Kortom: veel ‘meerwaarde.’ En dat alles in een transparant proces, elkaar de ruimte geven en in het vertrouwen dat gevoelige informatie tussen beide partijen blijft. Wat ook zeker bijdroeg aan het succes: BAM en de gemeente Den Haag kennen elkaar. De aannemer bouwde eerder de Hubertustunnel in Scheveningen ‘En dat is heel goed verlopen, dus we dachten: laten we die lui er weer bijhalen.’
Minpunt: de tenderfase heeft BAM € 4 miljoen gekost, terwijl de vergoeding daarvoor slechts € 700.000 bedroeg. En vier aannemers die bij de gunning buiten de boot vielen, stapten in november 2015 naar de rechter omdat de aanbestedingsprocedure volgens hen niet eerlijk zou zijn verlopen. Dus ook hier weer juridisch getouwtrek.
De pogingen om de aanbesteding en uitvoering van grote bouwprojecten te reguleren en te beheersen in procedures en regels zijn eindeloos en vruchteloos. Allerlei contractvormen passeerden de revue en juristen formuleerden stápels procedures en leidraden. Wel is nu de ‘UAV-GC’ wel zo’n beetje standaard, (voluit: de uniforme administratieve voorwaarden – geïntegreerde contracten). En er is de ‘concurrentiegerichte dialoog.’ En er is de EMVI (economisch meest voordelige inschrijving, volgens sommigen een verkapte vorm van ‘laagste prijs’). Er is een aanbestedingswet uit 2012, die binnenkort weer wordt gewijzigd. En oh ja, Rijkswaterstaat heeft een Marktvisie, een oproep aan alle partijen om toch vooral samen samen te werken (ja, het staat er echt dubbel). RWS experimenteert met procedures van Best Value tot en met project Nijkerkerbrug met ‘regelarme contracten, 0 % vet.’ Maar ook RWS heeft het ei van Columbus nog lang niet gevonden.
Vechtcontracten, bodemprijzen, wurgcontracten… Het zijn hardnekkige, bijna niet uit te bannen bijverschijnselen in aanbestedingsland. Wellicht zijn er teveel bouwbedrijven in Nederland die vanwege de continue ‘werkhonger’ wel moeten opereren als prijsvechter. Opdrachtgevers – veelal overheden – kunnen er vaak niet tegenop. De onzekerheid duurt voort. Zeer demotiverend voor de ingenieurs die met integriteit, maatschappelijke betrokkenheid en vakkennis ‘gewoon mooie projecten willen neerzetten.’