Mark van der Heijden
Meer duurzame energie, een hogere productie van waterstof met die duurzame energie en een verder ontwikkeld landelijke transport- en opslaginfrastructuur van waterstof. Dat zijn drie essentiële bouwstenen om met waterstof de industrie en het energiesysteem in Nederland te verduurzamen.
Dat stellen de 39 netbeheerders, industriepartijen, energiebedrijven, overheden, natuur- en milieuorganisaties en wetenschappers die zich hebben verenigd in de Waterstofcoalitie. Zij zeggen dat de rol van waterstof als alternatief voor fossiele brandstoffen en buffer voor het elektriciteitsnet alleen maar belangrijker wordt nu Europa de CO2-uitstoot met 55% wil reduceren.
‘Het volgende kabinet staat voor de uitdaging het Nederlandse klimaat- en energiebeleid verder toekomstbestendig te maken. Het uitgangspunt daarbij is versnelde opschaling van de waterstofketen, met een zo duurzaam mogelijk eindscenario. Met het Waterstofpact kan nog dit jaar de schop in de grond voor de Nederlandse waterstofketen’, schrijven de partijen in het Waterstofpact.
Er is een investering van 2,5 miljard euro in de komende vijf jaar nodig om verdere groei van de Nederlandse waterstofketen te realiseren. Met dat geld, gemiddeld 500 miljoen euro per jaar, kan 500 MW elektrolyse worden gerealiseerd, net als een goede infrastructuur en een grotere vraag naar waterstof.
De partijen stellen dat als dit wordt gerealiseerd, zij de investeringen zullen doen om in 2030 3 tot 4 GW elektrolysecapaciteit te realiseren. Daarmee zullen de investeringskosten van elektrolyse tot wel 65% kunnen dalen, verduurzaamt de industrie en het zwaar transport en zal Nederland, naast nog andere voordelen, een leidende rol innemen en nieuwe banen creëren.
Tot de deelnemende partijen in de Waterstofcoalitie behoren onder meer Air Liquide, Alliander, Enexo, Gasuni, TU Delft en provincies als Groningen.
