Gerald Schut
Deze maand had ik het genoegen met een Shell-medewerker over de energietransitie te mogen debatteren bij een heerensociëteit. Verrassend genoeg bleken we het over veel eens. Ik had één van mijn grote angsten rond de energietransitie in een stelling gegoten: ‘Alle bekende voorraden fossiele brandstoffen zullen tot het laatste molecuul opgebruikt worden.’ Immers, olie, gas en kolen zijn goedkoop en miljarden wereldburgers zijn aangewezen op goedkope energie om van straatarm door te groeien naar net iets minder straatarm. Bovendien is Europa ook als het ‘Fit for 55’ is steeds minder het middelpunt van de wereld. Dertig jaar geleden zorgde Europa nog voor een derde van de wereldwijde CO2-uitstoot. Tegenwoordig is dat nog slechts 10%. Niet omdat de uitstoot in Europa nu zo hard gedaald is, maar doordat de energievraag in armere landen sterk is toegenomen. En die zal blijven toenemen.
De vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat alle fossiele voorraden níét volledig worden opgebruikt. Die vraag heeft volgens mij slechts één antwoord: als CO2-arme energie goedkoper wordt dan olie en gas. Ofwel doordat olie en gas duurder worden, ofwel doordat duurzame energie goedkoper wordt.
De Shell-medewerker nuanceerde mijn stelling gelukkig enigszins: alle GOEDKOPE fossiele voorraden zullen worden opgebruikt. Het kost in Saoedi-Arabië tien keer minder om olie op te pompen dan in Venezuela, dat maakt nogal uit. En de grote olie-multinationals zitten vooral op relatief dure voorraden. Die zullen als eerste uit de markt gedrukt worden door goedkoper wordende hernieuwbare energiebronnen. Een sprankje hoop, maar niet genoeg.
De omvang van de uitdaging werd vorige week nog eens onderstreept door het onderzoek ‘Unextractable fossil fuels in a 1.5°C world’ in Nature: om de opwarming tot 1,5 graad te beperken moet tot 2050 60% van de olie- en gasvoorraden en 90% van de steenkoolvoorraden onder de grond blijven. In rijke landen moeten vrijwel alle fossiele voorraden onaangeroerd blijven. Let wel: dat geeft een fiftyfifty kans om 1,5 graad te halen. Voor 2 graden moet de helft van de olie en gas en 80% van de kolen onderaards blijven.
Om hernieuwbare energie voor het grootse deel van de wereld goedkoper te maken dan fossiel zie ik maar één weg: hernieuwbaar moet goedkoper. Fossiele energie duurder maken voor de allerarmsten is simpelweg wreed. Om duurzame energie goedkoper te maken, moeten we grootschalig inzetten op R, D & D: Research, Development & Deployment. Ruimhartig geld voor nieuwe technieken, ook als die pas over 20 jaar op de markt komen, maar vooral ook doorgaan met wat we kunnen: windparken, zonnepanelen en kerncentrales. Als wij blijven bouwen, wordt het goedkoper. Alleen dan bestaat er een kans dat de fossiele voorraden een ander lot krijgen dan de Appel van de Kennis van Goed en Kwaad in de Hof van Eden. Maak andere appels lekkerder!