Christian Jongeneel
Afgelopen week vond in Utrecht de aftrap plaats van het Europese onderzoeksproject GeoERA. Daarin bundelen 45 geologische diensten uit dertig Europese landen hun krachten om te komen tot een betere benutting van geologische kennis over grenzen heen.
Trekker van het project is de Geologische Dienst Nederland, een onderdeel van TNO. Er is € 30 miljoen voor het project beschikbaar, waarvan € 10 miljoen door de EU en de rest door de participanten beschikbaar wordt gesteld.
‘De EU financiert dit omdat de Europese Commissie vaak met vragen zit waarvoor deze kennis onontbeerlijk is’, legt Paul Bogaard van de Geologische Dienst uit. ‘Op een gegeven moment kwam er bijvoorbeeld de vraag hoeveel voorraad van bepaalde grondstoffen er in Europa bestaat, met het oog op beschikbaarheid voor de industrie. Het beantwoorden van die vraag is behoorlijk lastig als ieder land daar op zijn eigen manier naar kijkt.’
Binnen GeoERA zullen er vier thema’s aan bod komen. Naast grondstoffen zijn dat energie (geothermie, opslag van brandstoffen en afval), grondwater en informatiemodellen. Bij alle thema’s geldt dat het gaat om projecten die grenzen overschrijden, bijvoorbeeld veiligheidsberekeningen bij de ondergrondse opslag van CO2, of de harmonisatie van driedimensionale grondwatermodellen.
De internationale aanpak moet niet alleen het management van de ondergrond op Europese schaal verbeteren, maar ook zorgen voor een duurzame aanpak daarvan. De verkregen kennis zal voor een belangrijk deel openbaar beschikbaar zijn, in de vorm van rapporten en databases.
Concrete projecten zijn er nog niet. Bogaard: ‘Er zijn natuurlijk wel ideeën, maar we gaan volgens de Europese regels eerst een call for proposals uitschrijven. Na het beoordelingstraject kunnen projecten van start.’ Volgens de planning starten de projecten begin volgend jaar, om uiterlijk vier jaar later afgerond te zijn.