Mischa Brendel
Hoewel het goed gaat met het aantal bèta- en techniekstudenten, dreigt er een tekort aan informaticastudenten op de middelbare scholen.
Zowel minister Jet Bussemaker van OCW als de VSNU, de vereniging van universiteiten, waren vorige week razend enthousiast: het aantal eerstejaars studenten hoger onderwijs stijgt sneller dan verwacht. Dat klopt: de cijfers tonen een stijging van 5 % voor het hbo (zo’n 5.000 studenten) en 8 % voor het wo (circa 3.000 studenten).
En voor de technische en natuurwetenschappen zijn de wo-cijfers nog rooskleuriger, zo becijferde de VSNU. Want de laatste vijf jaar steeg het aantal studenten in de richting techniek met maar liefst 24,3 % en die van de natuurwetenschappen met 21,8 %. Al met al reden genoeg om enthousiast te zijn. Maar de ene technische opleiding is de andere niet.
De NOS wist namelijk rond dezelfde tijd te melden dat het slecht gaat met het ict-onderwijs in ons land: steeds minder havo- en vwo-klassen krijgen onderwijs in het vak informatica. Dat lijkt in eerste instantie vreemd, want je kunt tegenwoordig geen krant of tijdschrift opentrekken of je leest een advertentie over informaticaopleidingen en ict-omscholingen. Iets dieper graven toont echter al vlug dat het in de meeste van deze gevallen gaat om mbo-opleidingen; informaticadocenten komen over het algemeen via een hoger-onderwijsopleiding op de middelbare scholen terecht. Bovendien is het aannemelijk dat lang niet elke ict’er of informaticus als docent aan de slag wil. Het is in ieder geval niet de sector met het hoogste salaris voor deze specialisten; de bankensector hecht ook veel waarde aan ict’ers en betaalt doorgaans een stuk beter.
Minstens net zo opvallend als het feit dat de stijging in het aantal bètatechnische studenten zich geenszins vertaalt naar een afname in het tekort aan informaticadocenten op het voortgezet onderwijs, is de constatering dat het vak informatica op de middelbare school geen verplicht vak is. Waarom zou het ook? Het gebruik van computers is zo ingeburgerd dat het in elk ander vak dat een middelbare scholier krijgt al geïntegreerd is.
Maar datzelfde argument gaat ook op voor Nederlands: met uitzondering van andere taalvakken, zijn lesboeken en toetsen Nederlandstalig en spreken docenten en leerlingen in het Nederlands met elkaar tijdens de lessen. Toch is Nederlands (terecht) een verplicht vak op de middelbare school. Waarom? Omdat het als een essentiële basisvaardigheid wordt gezien, zonder welke je in onze maatschappij niet kunt. Dat argument gaat intussen ook wel op voor informatica: kinderen krijgen eerder een tablet of smartphone onder ogen dan dat ze klok kunnen kijken.
Informatica is doorgedrongen in onze samenleving en die samenleving zal alleen maar sterker doordrongen en afhankelijker worden van informatica. Juist daarom is het belangrijk om er zeker van te zijn dat onze jeugd de basisvaardigheden die nodig worden geacht om verder te komen in die maatschappij, ook werkelijk bezit. En dat doe je met verplicht onderwijs in ict.