Gerald Schut
‘Als overheden serieus zijn over het klimaatrisico dan kunnen er geen nieuwe investeringen in olie, gas en kolen meer gedaan worden vanaf nu, vanaf dit jaar,’ zei directeur Fatih Birol bij de presentatie van ‘Net-zero by 2050: A roadmap for the global energy sector’. Dit is een volstrekt andere boodschap dan de ambigue tekst die Birol ten tijde van World Energy Investment 2019 uitsprak: ‘De wereld investeert niet genoeg in olie en gas om de huidige consumptiepatronen vast te houden, maar investeert evenmin genoeg in schonere technologie om van koers te veranderen. Hoe je er ook naar kijkt, we zijn risico’s voor de toekomst aan het opstapelen.’
Het nieuwe rapport van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) is een doorrekening van een anderhalve-graad-scenario in de aanloop naar de klimaatconferentie COP26 in Glasgow in november dit jaar. Het vermijden van ‘stranded assets’ was één van de uitgangspunten van het scenario, waarmee de wereld een fifty-fifty kans heeft om de opwarming tot 1,5 graad te beperken. Zulke scenario’s zijn niet nieuw. In 2018 presenteerde het IPCC er in SR 1,5 maar liefst 90 en ook Shell heeft al een Sky 1,5 scenario gepresenteerd. Dat zo’n scenario fossiele brandstoffen een halt toeroept is evenmin nieuw. Maar dat het Internationaal Energie Agentschap, dat in 1974 tijdens de oliecrisis is opgericht om de energiezekerheid van de wereld te schragen met doorgaans conservatieve systeemanalyses, zoiets zegt, mag met recht revolutionair heten. Met als uitgangspunt het voorkomen dat waardeloos geworden investeringen afgeboekt moeten worden, is zoiets uiteindelijk natuurlijk ook in het belang van de oliesector zelf.
Desondanks zal de wereld ook in 2050 nog fossiele brandstoffen gebruiken. Van 80% van de energiebehoefte zal dat evenwel dalen naar 120 EJ, ofwel 20%, grotendeels als grondstof voor de industrie. Het IEA zet zwaar in op energiezuinigheid (ieder jaar 4% verbetering, ofwel drie maal zo snel als deze eeuw tot nu toe), waardoor in 2050 de energievraag met 2 miljard extra mensen 8% lager ligt dan nu.
90% van de elektriciteitsproductie komt van hernieuwbare bronnen – grotendeels zon en wind – en de rest komt uit kernenergie, waarvan de opwekking verdubbelt. Hiervoor moeten jaarlijks 630 GW aan zonnepanelen en 390 GW aan windturbines worden toegevoegd: 4 maal zoveel als er in recordjaar 2020 bij kwam.
De zware inzet op energie-efficiëntie is ook te zien in de werkgelegenheid. Wereldwijd komen er 14 miljoen banen bij in de productie van duurzame energie, maar meer nog – 16 miljoen banen – in energiebesparing. Tegelijkertijd verdwijnen er 5 miljoen banen in de fossiele industrie.
In 2050 komt de helft van de emissiereductie van technieken die nu de demonstratiefase nog niet ontstegen zijn, zoals geavanceerde batterijen en direct air capture met CCS.
Voor de fossiele sector zal 2019 achteraf peak oil gebleken zijn. Vanaf 2030 moeten alle vermijdbare methaanlekken met 75% zijn afgenomen, ofwel 2,5 Gton CO2-equivalenten, in lijn met de opdracht van de Nederlandse rechter aan Shell. Volgens Birol laat het IEA zo zien ‘wat er nodig is om te zorgen dat de kans op net zero in 2050 – klein maar nog steeds haalbaar – niet verloren gaat.’