Benno Boeters
4 april was het precies een jaar geleden dat Grontmij in Nederland haar naam wijzigde in Sweco.
Dat betekende voor de Sweco Group, met vestigingen in negen landen, een toename in personeelsplaatsen van rond de 6.000 naar in totaal 14.500 en een omzetstijging in 2016 van 42 %. De winst van de Sweco Group bedroeg 9 %.
Het jaar overziend zegt ceo en president van Sweco, Tomas Carlsson, een gelukkig man te zijn. ‘Er is veel bereikt, de integratie is soepel verlopen en we hebben goede marges behaald. De combinatie Sweco-Grontmij is ook goed ontvangen door onze collega’s in Duitsland, Denemarken en Zweden. En ook door onze aandeelhouders. Dus ik ben gelukkig en trots. Maar niét tevreden, absoluut niet. Het kan altijd beter en tevreden achteroverleunen ligt niet in mijn aard’, aldus Carlsson. De Sweco-bedrijfscultuur is ‘vriendelijk naar klanten en collega’s’ met tegelijkertijd een nadruk op prestatie. ‘Die twee zaken zijn niet met elkaar in conflict’, zegt de directeur.
Carlsson is afgelopen jaar bij alle acht van de Nederlandse vestigingen van Sweco geweest, vaak meerdere keren. ‘Dat hoort ook bij mijn leiderschapsstijl: ik wil aanwezig zijn waar het gebeurt en direct kunnen praten met de mensen die het echte werk doen. Het waren goede gesprekken, soms urenlange sessies. En dat past ook in de decentrale organisatiestructuur van Sweco. Veel vrijheid en zelfstandigheid bij de teams en bureaucratie vermijden.’ Carlsson benadrukt dat de kracht van Sweco ligt bij kleine lokale projecten, zoals een fietsrotonde, een rioleringssysteem of een milieu-impactstudie. ‘Onze gemiddelde projectsom is € 25.000. Dat is de bulk van wat wij doen, en de lokale medewerkers die dat uitvoeren, zijn de helden van onze organisatie.’
Sweco’s businessmodel stelt ook de thuismarkt in de verschillende landen centraal. Van de € 1,7 miljard omzet is niet meer dan 5 % afkomstig van export. Carlsson hecht aan de focus op de interne markt; activiteiten in werelddelen buiten Europa laat hij graag aan anderen over.
