Jan Spoelstra
Als het gaat om windenergie tijdens de energietransitie, dan zie je dat het nu heel nadrukkelijk gaat over schaalvergroting, om deze vorm van energieproductie zo rendabel mogelijk te maken. Ook wordt er nagedacht over een ideale combinatie van zon en wind om optimaal gebruik te maken van de huidig elektriciteitsinfrastructuur. Maar moet het aldoor groot, groter, grootst of kan het ook op kleine schaal? En is een windturbine dan nog wel rendabel?
Een onderzoek uit 2009 van Lowtech Magazine oordeelt niet mals over kleine windturbines. De productie van de apparaten kostte destijds meer energie dan de turbines in hun levensduur opwekken. Dat was het geval omdat de omvormers bij lage wind meer stroom vergen dan er elektriciteit geproduceerd wordt. Bovendien zorgen de turbulente en lage windsnelheden in de gebouwde omgeving voor een lage opbrengst.
‘Over het eerste nadeel ben ik snel klaar. Onze productieprocessen zijn doorgerekend en de CO2-footprint is al 0 als het apparaat geïnstalleerd is’, aldus Frederic Marcillaud, COO van Airturb. Airturb bracht recent een windturbine van 660 watt, 1,4 meter hoog en 25 kg zwaar op de markt. Ook zorgt een slim stukje elektronica ervoor dat de Airturb bij lage windsnelheden nog steeds energie terug levert. ‘Bij hogere windsnelheden gaat de stroom direct via een omvormer het net op. Bij lage windsnelheden wordt eerst een kleine accu opgeladen om vervolgens in korte tijd te ontladen op het net.’
Een kleine rekensom leert dat je met 8.000 draaiuren per jaar waarbij je gemiddeld 250 watt zou opwekken, je een plus van 2.000 kWh op de meter zou kunnen bijschrijven. Maar dit zou een extreem gunstig scenario zijn. Windsnelheden die dit rendement zouden kunnen behalen zijn zeldzaam in Nederland. ‘Dat haal je alleen in Scheveningen,’ aldus Marcillaud die verder geen concrete uitspraken kan doen over de terugverdientijd. ‘Dat heeft alles te maken met de variabele, turbulente en soms geringe wind in woonwijken of op bedrijfsterreinen. Maar samen met onze installateurs proberen we turbines optimaal te plaatsen, tussen gebouwen zijn ook plaatsen waar het juist harder waait.’ Bovendien betreft dit een windturbine met verticale as die niet in de wind gericht hoeft te worden.
Airturb werkt momenteel aan een opvolger, de ‘Model 1 boost’. Marcillaud: ‘De elektronica is nu goed, we maken de windpanelen groter waardoor we meer wind vangen en langere tijd hogere vermogens kunnen terug leveren.’
Windturbines voor thuis moet je volgens Marcillaud niet per se kopen voor de business case. ‘Wij mikken op een kleine doelgroep die naast zon ook eigen windenergie wil opwekken en erin gelooft dat ieder huis in zijn eigen energie moet kunnen voorzien. Ondertussen werken we aan een optimale turbine, en op termijn kijken we wellicht naar integratie met zonnepanelen en accu’s.’
De vraag rijst of je op deze wijze een huis in de gebouwde omgeving los kunt koppelen van het stroomnet, gebruikmakend van wind, accu’s en zon. Bij een optimaal geplaatste turbine zou wind een rol kunnen spelen bij de energieopwekking in de gebouwde omgeving, maar voorlopig is het vooral geschikt voor met duurzame energie experimenterende fanatiekelingen.