redactie
Onder meer vanwege de energietransitie groeit Joulz Energy Solutions, specialist in ontwerp en bouw van hoogspanningsinstallaties, harder dan ooit. Daardoor komt de focus meer en meer te liggen op werving van gekwalificeerd personeel.
‘De raffinaderij van Total in Antwerpen ging uitbreiden en dat gaat altijd gepaard met een grote energiebehoefte’, vertelt Ingmar Gros, manager engineering en advies bij Joulz Energy Solutions (JES). ‘Er lag een basisontwerp; aan ons was de taak het uit te werken en te realiseren. We hebben een netwerkstudie gedaan, hoe een volledig nieuwe koppeling tussen de raffinaderij en het
150 kV-netwerk van ELIA tot stand te brengen.’
‘Vervolgens hebben we de gebouwen en installaties ontworpen. Dat gebeurt op drie niveaus. Primair gaat het om energietransport, dus schakelaars, transformatoren, noem maar op. Secundair gaat het om de beveiliging- en regelsystemen om alles veilig te laten werken. En tertiair heb je nog ondersteunende systemen, variërend van de gebouwen waar de systemen in huizen, tot de no-break-installaties, die eventueel wegvallen van de netspanning opvangen. Dat is een uitdagend ontwerp. Tot slot leggen we het systeem aan, terwijl de raffinaderij volledig in bedrijf blijft. We nemen onze klanten dus mee in het volledige traject van analyse en ontwerp tot aan het werkende systeem.’
Het Antwerpse project toont de ambities van JES, dat niet zo heel lang geleden vooral bekend was als de installatietak van Stedin, het netwerkbedrijf dat vooral in Zuid-Holland en Utrecht actief is. Omdat Stedin zich richt op de energietransitie, wordt voorzien dat JES vanaf september 2018 een dochterbedrijf zal zijn van Visser & Smit Hanab, onderdeel van de Koninklijke VolkerWessels Groep. Tientallen andere bedrijven waren ook geïnteresseerd in de overname van JES.
‘Kennis en kunde op hoogspanningsgebied is relatief schaars’, legt sales director Jan Willem Kijlstra de grote belangstelling uit. ‘Ik durf wel te stellen dat wij in Nederland tot de grootste spelers op het gebied van hoogspanning behoren. We zijn de afgelopen zes jaar gegroeid van € 7 miljoen naar € 60 miljoen omzet die niet aan Stedin gerelateerd is en de ambitie om deze groei door te zetten blijft onverkort aanwezig. Daarvoor hebben we veel nieuwe mensen nodig.’
Naast grote bedrijven als Total bedient JES tevens het railsegment en duurzame ontwikkelaars van wind- en solarparken. Ook de landelijke en regionale netwerkbedrijven zijn belangrijke klanten van JES, dat op dit vlak nu al in heel Nederland actief is. Voor TenneT, bijvoorbeeld, ontwierp en bouwde Joulz Energy Solutions het station Breukelen-Kortrijk, om een aanvullende koppeling te realiseren tussen het landelijke 380 kV-net en het regionale 150 kV-net van Utrecht, Gelderland en Flevoland. Dit in 2017 opgeleverde station zorgt ervoor dat uitval van een van de andere koppelingen geen domino-effect veroorzaakt, waarbij de provincies in het donker kunnen komen te zitten. Ook tijdens de aanleg mocht geen disruptie optreden, want de 380 kV-lijn bracht op dat moment elektriciteit uit Noord-Nederland naar België, dat kampte met een tekort. Aan projecten zoals deze komt naast hoogspanningstechniek ook de nodige civiele techniek en werktuigbouwkunde te pas, want een transformator van 350 ton zet je niet zomaar even neer in een weiland.
Zowel in Antwerpen als bij Breukelen was het devies dus: open tijdens de verbouwing. Die roep wordt steeds vaker gehoord, niet alleen bij nieuwbouwprojecten, zoals de binnenkort te starten aanleg van elf nieuwe tractiestations voor het Rotterdamse vervoersbedrijf RET, maar ook bij reguliere onderhoudswerkzaamheden.
‘In Nederland is dit nog nieuw, maar in Frankrijk gebeurt het al langer’, vertelt Gros. ‘De vraag is hoe je werkt onder hoogspanning zonder de wetgeving te overtreden of je personeel in gevaar te brengen. We hebben onlangs bij Dedemsvaart een door de overheid goedgekeurde proef gedaan met het schilderen van hoogspanningsmasten terwijl de spanning erop stond. Vroeger was dat ondenkbaar. Maar met een aantal beschermende maatregelen, zoals een zogeheten Faraday suit, kunnen mensen wel degelijk veilig werken onder die omstandigheden.’
De ontwikkeling valt niet helemaal los te zien van de digitalisering van het elektriciteitsnetwerk. Vroeger was onderhoud periodiek en werd dus ruim van tevoren ingepland. Netwerken van sensoren zorgen er meer en meer voor dat onderhoud pas plaatsvindt op het moment dat dit technisch nodig is. Dan is er minder tijd om een buiten-bedrijfstelling te regelen. Ook bouwkundige informatiemodellen (BIM) doen hun intrede om meer maatwerk in het onderhoud te leveren.
De digitalisering gaat ook met toenemende aandacht voor cybersecurity gepaard. Het netwerk is tenslotte een aantrekkelijk doelwit voor hackers. Gros: ‘We zijn bezig een certificerend instituut te worden op het gebied van cybersecurity. Zo kunnen we garanderen dat het door ons geïmplementeerde systeem aan de normen voldoet. Dat betekent overigens niet dat het complete systeem van de klant veilig is. Onze expertise beperkt zich tot de systemen gerelateerd aan het hoogspanningsnet.’
‘Wie nu voor hoogspanning kiest, hoeft zich de komende decennia geen zorgen te maken of er werk genoeg is’, zegt Kijlstra. ‘De gewone vraag is al groot, en daar komt de aan de energietransitie gerelateerde vraag nog bij. Onze grootste uitdaging is niet de werving van opdrachten, maar van personeel. Nederland beseft nog onvoldoende hoe groot het tekort aan gekwalificeerd technisch personeel is. Daar zou ook in de politiek veel meer aandacht voor moeten zijn.’
In het geval van JES is de vraag breed. Er zijn mensen nodig die er niet voor terugschrikken om in een metalen pak een hoogspanningsmast in te klimmen, of een paar dagen van huis te zijn, omdat er werk is aan het transformatoreiland van een windpark op zee. Wie dat te spannend vindt, kan ook de inhoudelijke diepte in, in de engineering of commissioning. JES hanteert een meester-gezelsysteem om specialistische kennis over te dragen van ervaren werknemers op een nieuwe generatie, uiteraard aangevuld met de nodige opleidingen.
‘Het mooie van de combinatie met Visser & Smit Hanab is dat we niet alleen in onze business complementair zijn, maar dat we ook veel meer carrièrepaden kunnen bieden voor ons personeel’, sluit Kijlstra af. ‘Zij hebben bijvoorbeeld meer kennis van BIM dan wij, dus als je je daarin wilt ontwikkelen, worden de mogelijkheden groter. Ook werken zij nu al internationaal, wat ook voor ons extra groei in het vooruitzicht stelt. Nogmaals, er is altijd werk genoeg.’