Benno Boeters
Er zijn ingenieurs die niks liever willen dan zich focussen op een complex probleem. En er zijn er die graag werken aan wat daarná komt: de succesvolle toepassing van een technische oplossing.
Bij die laatsten komt het ook aan op de kunst van het communiceren en een open blik voor ieders belang. Ir. Koen Workel, relatiemanager bij Rijkswaterstaat past geheel in dat beeld. ‘Veel belangen, complex, leuk!’
Koen Workel (29) dacht tijdens zijn studie land- en watermanagement aan de hogeschool Van Hall Larenstein en hydrologie/waterkwaliteit in Wageningen, dat hij in zijn latere beroep als ingenieur ‘lekker diep met de vakinhoud’ aan de slag zou gaan. ‘Ik zag het helemaal voor me. Ik zou me bezighouden met alle details van de Kaderrichtlijn Water, met beheerplannen voor de visstand, dat soort zaken.’ Eén traineeship verder en hij wist dat die verwachting niet ging uitkomen.
Dat was geen tegenvaller, integendeel: hij ontdekte dat hij het leuker en boeiender vond om te werken aan de brede, bestuurlijke kant. ‘Dat is het voordeel van zo’n traineeship, dat je breder kunt kijken. Ik deed mee aan de cursus politiek-bestuurlijke sensitiviteit en we deden daarbij een rollenspel waarin het ging om al die belangen en partijen die meespelen om een project tot een goed einde te brengen. Dat vond ik zo gaaf; mijn ogen gingen open. Ik dacht: dáár wil ik dichter op zitten.’
Tijdens een half jaar stage bij de bestuursstaf van Rijkswaterstaat groeide zijn enthousiasme voor werken als intermediair tussen aannemers, lokale overheden en belanghebbende burgers. Het politieke spanningsveld sprak hem aan. Bijvoorbeeld als er snel antwoord moest komen op vragen uit de Tweede Kamer. ‘Dan is het: “er is een lekkage bij die en die tunnel, wanneer wordt dat opgelost?” Daar gaan we dan achteraan, je neemt contact op met de regionale mensen van Rijkswaterstaat, je formuleert antwoorden en die gaan dan vanuit de bestuursstaf naar de DG en de minister. Heel spannend.’
‘Relatiemanager’ staat er nu op zijn visitekaartje. Dat klinkt softer dan het is. ‘Ik ben als relatiemanager voortdurend bezig met belangenafweging. We willen voor alle partijen een goed resultaat en zo min mogelijk hinder of ergernissen. Het moet allemaal veilig, het verkeer moet zo veel mogelijk doorstromen, het moet helder zijn wie wat gaat betalen. Zo zoek ik mijn weg in de polder. En dat kan best ver gaan; zo was er laatst een taludje bij een weg weggezakt en moest ik oplossen wie dat moest onderhouden, de gemeente of wij. Of bijvoorbeeld het opstellen van een overeenkomst over verkeerslichten op de A44 bij Wassenaar. Daar kruisen wegen en deel je dus de kosten. Of denk aan een gemeente die een graffiti-kunstenaar een onderdoorgang van een rijksweg wil laten opsieren om zo een veiliger gevoel te geven aan de fietsers. Dan moet je wel afspraken maken over hoe we het gaan onderhouden. Je zoekt elke keer naar oplossingen die gunstig zijn voor alle partijen en die uiteindelijk het belang van de burger het beste dienen.’
Met water – zijn afstudeerspecialisme – is Koen Workel niet meer zo intensief bezig. ‘Ja, ik vind mijn werk hartstikke leuk, maar ik denk ook wel eens: ben ik hier nou voor opgeleid? Nee, totaal niet!’, zegt hij lachend. Hij heeft tijdens zijn studie geen bestuurlijke klussen gedaan, maar onlangs is hij wel lid geworden van een politieke partij, omdat hij ook daar van binnenuit wil zien hoe het werkt. ‘Dat helpt me in m’n werk’.
‘Het enige stuk water waar ik nog wel duidelijk mee te maken heb, is de kuststrook in Zuid-Holland en dan vooral de zandsuppletie. Zoals vorig jaar toen we in Scheveningen zand gingen aanvoeren, om ook daar het kustprofiel in stand te houden. Nee, het zand verdween daar toch iets sneller dan de Zandmotor (iets zuidelijker gelegen, bij Ter Heijde, red.) het kon aanvoeren. Dus moest het strand een tijdje worden afgezet, zodat zand en slib kon worden opgespoten. Normaal gesproken wandelen daar veel mensen over het strand, maar als daar shovels heen en weer rijden om het aangevoerde zand goed te verdelen, dan is het niet veilig als er mensen in de weg lopen. Tegelijkertijd moet je wel zorgen dat bijvoorbeeld de Reddingsbrigade er langs kan als dat moet. Veel belangen om rekening mee te houden, complex, leuk!’
‘Ja, en de burger wil ook geïnformeerd worden over wat we daar doen. Dus we zetten er een informatiebord bij en we maken een folder, ook omdat je begrip wilt krijgen voor de tijdelijke overlast. Ik heb die folders zelf nog langsgebracht bij de hotels. Ook daar gingen we best ver om de hinder te beperken. Zo hebben we het piepgeluid dat de shovels maken als ze achteruit rijden omlaag gebracht, want ze rijden dag en nacht heen en weer. Het gaat juist ook om die details, want we willen niet dat mensen ’s nachts wakker liggen door piepende shovels; daar is niemand bij gebaat.’
Workel is zeer tevreden met hoe zijn loopbaan tot op heden verloopt. Als ambtenaar bij RWS, als relatiemanager die continu alle belangen weegt; die rol lijkt hem op het lijf geschreven. Maar toch de vraag: heb je nooit overwogen om in een meer commerciële baan, bijvoorbeeld bij een ingenieursbureau, te gaan werken? ‘Nou, tijdens mijn studie heb ik ook wel een tijd bij Tauw gezeten. Dus ik heb die kant ook gezien. Maar dan denk ik: je stort je op een project, je werkt aan een advies voor een klant en dan is het toch op hoop van zegen. Nemen ze je advies over? Bij de overheid kun je vanuit je betrokkenheid belangrijke keuzes mede bepalen. Als alle consultaties zijn gedaan, zeg jij: zo doen we dat. En dat geeft ook veel voldoening en trots als het werk voltooid is. Dat hebben veel Rijkwaterstaters; het gevoel van ‘dat is mijn viaduct’ of brug of noem maar op. Wij zijn allemaal zeer betrokken bij ons areaal. Als er een spoedje is, als iets verkeerd dreigt te gaan, gaat iedereen hier rennen. Dat vinden ze leuk, daar kun je ze ook in het weekend voor bellen. We doen als ambtenaar onze stinkende best om het voor de burger zo goed mogelijk voor elkaar te krijgen.’