Erwin Boutsma
Een propellerblad lijkt niet het meest hightech-onderdeel van het schip of vliegtuig, maar niets is minder waar.
Talloze elkaar uitsluitende criteria vechten om voorrang, wat altijd een suboptimaal compromis oplevert.
Het Europese MOTOR-programma, waar tien onderzoekinstellingen en industriepartners in deelnemen met de TU Delft als penvoerder, zet zwaardere middelen in en gaat met nieuwe wiskundige concepten en rekengereedschap technologieën ontwikkelen waarmee betere propellerbladen – en scheepsschroeven, waterturbines en rotorbladen – kunnen worden ontwikkeld.
Het programma loopt drie jaar en wordt gesteund door een subsidie van € 4,3 miljoen.