Benno Boeters
In de Top 50 Ingenieursbureaus 2017 staat Arcadis wederom bovenaan. Toch waren er genoeg opvallende veranderingen en opmerkelijke cijfers. Vier ingenieursbureaus met opvallende resultaten lichten we eruit.
Siers Infraconsult in Oldenzaal zag vorig jaar de omzet toenemen met een forse 43 %. Volgens directeur Harry Moek is dat te verklaren door de opleving in de bouw na jaren van stilstand. De ondergrondse infrastructuur is het werkterrein van Siers Groep (waaronder ook Siers Leiding-Montageprojecten en Siers Telecom): leidingen voor gas, water, elektra, stadsverwarming en telecommunicatie (glasvezel, coax). ‘Eigenlijk alles, met uitzondering van riolering, dat laten we aan de wegenbouwbouwsector over.’
Niet alleen de heropleving in nieuwbouw verklaart de toegenomen vraag naar de specialistische diensten van Siers. Veel gemeenten en netwerkbeheerders staan voor grote onderhoudsprojecten, omdat veel kabels en leidingen aan het eind van hun levensduur zijn. Tegelijkertijd raakt de ondergrond voller en voller en daarmee ook de kwetsbaarheid als de spade in de grond moet.
‘Een belangrijk deel van ons werk is het in kaart brengen van gelegde leidingen en kabels en alle bijbehorende objecten, het inmeten en vastleggen waar ze precies liggen en de bestaande netwerkdata reviseren. Wij kunnen dat meetwerk en het in kaart brengen heel nauwkeurig doen aan de hand van gps-ontvangers. Het lokaliseren van bestaande leidingen wordt zoveel mogelijk verricht zonder graven, met behulp van onder meer bodemradar. Maar we graven ook peilsleuven om die data weer te verifiëren.’ De laagspanningsnetbeheerders (zoals Liander, Enexis en Stedin), de drinkwaterbedrijven en gemeenten zijn de grote opdrachtgevers voor Siers.
Foto: Siers Infraconsult
‘Wat ook bijdraagt aan onze groei is dat wij een groter deel aan engineering en voorbereiding doen. Waar de opdrachtgever vroeger een kant en klaar plan voorlegde dat wij alleen hoefden uit te voeren, doen wij nu veel meer aan engineering en werkvoorbereiding’, aldus Moek.
Niet verwonderlijk bij een uitdijende orderportefeuille is dat Siers veel vacatures heeft. ‘Wij hebben behoefte aan engineers met bij voorkeur een achtergrond in civiele en elektrotechniek. En landmeetkundigen kunnen bij ons terecht. Wij leiden ook veel tekenaars op in het werken met het Smallworld-pakket. Daarbij gaat het ons niet zozeer om mensen die alles kunnen met AutoCAD; wij zorgen dat ze ook weten wat er daadwerkelijk allemaal in de ondergrond te vinden is. Dat is essentieel in de opleiding’, zegt Moek.
Geonius heeft veel disciplines in huis – van geotechniek, water en milieu tot archeologie – maar het specialisme ligt in de 3d-modellering voor infrastructuurprojecten. Vorig jaar was succesvol met een omzetstijging van 27 %. Volgens mededirecteur (Geonius heeft er vijf) Mark Rurup is de veelzijdigheid reden waarom opdrachtgevers zijn bureau weten te vinden. Geonius telde begin deze eeuw zo’n twintig medewerkers en is nu vertienvoudigd. Naast de drie vestigingen in Nederland (Geleen, Breda, Utrecht), heeft het ingenieursbureau twee kantoren in België (Herentals en Gent).
‘In 3d-modellering voor wegontwerp of andere infra zijn wij al geruime tijd de grootste in Nederland’, stelt Rurup. Dat grote ingenieursbureaus dit specialisme in eigen huis meer en meer afbouwen, draagt daaraan bij. De ingenieurs van Geonius gebruiken het Civil 3D-pakket van AutoCAD als basis om een toekomstige weg of andere infrastructuur te visualiseren in het landschap en de bebouwde omgeving. Voor de ontwerpers komen zo mogelijke knelpunten in beeld en kunnen alle ondergrondse kabels en mogelijke kunstwerken ingepast worden in het ontwerp.
Foto: Geonius
En voor de buitenwereld, omwonenden en opdrachtgevers, kunnen zij visualiseren hoe de toekomstige weg eruitziet en hoe die ligt ten opzichte van hun huis. In Geleen staat zelfs een game-rijsimulator waar je in een autostoel, achter een echt stuur virtueel over de geprojecteerde Buitenring Parkstad Limburg kunt rijden.
Die nieuwe weg, die volgend jaar klaar moet zijn, begint zo ongeveer in de achtertuin van het Geonius-kantoor in Geleen en gaat alle gemeenten tot voorbij Kerkrade ontlasten van doorgaand verkeer door de dorpskernen. De 3d-modellering en de visualisaties van Geonius dragen er volgens Rurup toe bij dat bezwaarprocedures beperkt blijven en draagvlak bereikt wordt. 3d-modellering en visualisaties passen natuurlijk helemaal in de ontwikkeling van BIM, het Bouw Informatie Model.
Geonius heeft in voorgaande jaren met zijn specialisme bijgedragen aan aansprekende wegenbouwprojecten zoals de Tweede Coentunnel, de A15 Maasvlakte-Vaanplein en de ondertunnelde A2 Maastricht.
Ook Geonius wil meer ingenieurs aantrekken om nog meer uit te breiden. ‘Wij zoeken met name afgestudeerden in civiele techniek en aardwetenschappen. We leiden ze graag verder op, maar ze draaien ook meteen mee met de ervaren mensen. Zij krijgen van ons vertrouwen, verantwoordelijkheid en begeleiding. Zo hopen wij verder te groeien’, aldus Rurup.
QING Groep in Arnhem is een nieuwe binnenkomer in de jaarlijkse TW Top 50 Ingenieursbureaus, op plaats 50. In 2016 behaalde dit jonge ingenieursbureau maar liefst 56 % meer omzet dan het jaar ervoor. QING bestaat iets meer dan vier jaar. ‘Wij hebben ons bureau opgericht op 30 april 2013, op de dag dat onze nieuwe koning aantrad. Dus in de naamgeving zijn we daar een beetje op meegelift’, zegt algemeen directeur Bart van Went.
‘Wij wilden als vier compagnons een andere organisatie dan gebruikelijk opzetten. Met veel aandacht voor de mensen om ons heen, medewerkers en relaties waarmee we met plezier willen samenwerken, met veel ruimte voor eigen ondernemerschap en met de nadruk op duurzaamheid’, zo formuleert Van Went de missie. De ongeveer 65 medewerkers (45 fte) opereren in drie specialismen, of pijlers.
Van Went: ‘Pijler een is machinebouw pijler twee is werktuigbouwkundige en elektrotechnische engineering, deels r&d, deels uitvoering; pijler drie is het onderzoek en advieswerk voor de bouw, of voor industriële processen. Verduurzaming loopt als een rode draad overal doorheen. Een voorbeeld: bij het proces van een diervoederproducent komt behoorlijk veel energie kijken. Wij zoeken naar technische verbeteringen, om het proces te optimaliseren om bijvoorbeeld capaciteit te verhogen, kwaliteit te verbeteren, maar ook kritisch te kijken naar het energiegebruik, zodat minder verloren gaat.’
Foto: QING
Een ander voorbeeld is het projectmanagement dat QING uitvoert voor een groot zonnepanelenpark in Geldermalsen, op een voormalige vuilstortplaats nabij de A15. Daar komt voor 10 MW aan pv-panelen. QING begeleidde het totale proces van de SDE-subsidieaanvraag, de aanbesteding tot aan de bouwbegeleiding en de oplevering.
‘Bij ons heeft een medewerker de vrijheid om te ondernemen binnen de onderneming’, stelt Van Went. ‘Zo hebben we onlangs hebben een E-Plan-engineer in dienst genomen. Een jongeman die ontzettend goed technisch inzicht heeft. Hij wil niks liever dan een team om zich heen vormen. Die mogelijkheid krijgt hij dus ook bij ons.’
‘Ja, wij zijn altijd op zoek naar nieuwe ingenieurs, hbo of wo’, zegt Van Went. ‘Er is zo veel te doen. Wij worden nu beperkt in het aannemen van nieuwe opdrachten door gebrek aan goede, creatieve technische mensen. Vooral mensen met een werktuigbouwkundige achtergrond, aanverwante disciplines en duurzame-energiespecialisten.’
Dat specialisatie loont, toont het succes van C-Job Naval Architects wel aan. Het bedrijf betrok vorig jaar een nieuw kantoor in Hoofddorp en boekte in 2016 een omzetstijging van 50 %. Ook heeft het bedrijf nevenvestigingen in Joure en Rotterdam. ‘Bij C-Job ontwerpen we bijzondere schepen. Met de scheepseigenaar of scheepswerf werken we nauw samen om tot innovatieve ontwerpen en nieuwe oplossingen te komen. Ons succes wordt bepaald door het succes van onze opdrachtgevers’, zegt marketingmanager Wietse Bandstra. ‘We zijn ervaren in diverse nichemarkten en hebben alle disciplines zelf in huis.’
Vorig jaar trok C-Job de aandacht met het ontwerp van de Texelstroom, een nieuwe veerboot voor TESO die is voorzien van een CNG (gecomprimeerd aardgas)-elektrische hybride voortstuwing. De laatste maanden zijn de scheepsbouwkundige en werktuigbouwkundige ingenieurs (de verhouding is rond de 60/40) met een volgende bijzondere opdracht bezig geweest: het basisontwerp van een offshore wind-installatieschip, in opdracht van het Belgische DEME, of eigenlijk dochterbedrijf GeoSea. Het schip, de Orion, van meer dan 200 m lengte is toegerust om windturbines op zee te plaatsen, en om hijs- en installatiewerk te doen aan olie- en gasplatforms op zee (waaronder ontmanteling). De kraan op de Orion kan meer dan 3.000 ton tillen en kan daarmee componenten van grote turbines – zoals rotorgondels en wieken – installeren. Daarmee kan het schip de nieuwste generatie offshore windturbines aan, die richting de 10 MW gaan. De Cosco-scheepswerf in Qidong, China, bouwt de Orion; oplevering is in 2019.
Foto: C-Job
Daarnaast werkten de scheepsbouwers aan een grachtenblusboot voor de Amsterdamse grachten, een vrachtschip voorzien van zogenoemde rotorsails (om gebruik te maken van de wind en brandstof te besparen) en een sleephopperzuiger voor DEME. Die laatste, de Bonny River, krijgt een transportcapaciteit van 24.000 ton, een dual fuel-aandrijving (diesel en lng) en een groen paspoort en heeft een zeer gunstig brandstofverbruik in relatie tot de transportcapaciteit. IHC gaat het schip bouwen. Voor Van Oord ontwierp C-Job de sleephopperzuigers Vox Amalia – in maart te water gelaten bij LaNaval, Bilbao – en Vox Alexia (oplevering in 2018).