Nieuws
0

Ingezonden brief: Jonge technici vaak ontgoocheld

Ir. Paul Buis

Een van de onderwerpen die in het TW-commentaar regelmatig terugkeert, is de vraag waarom jonge technici zo vaak het technische beroep al na enkele jaren vaarwel zeggen. Over de oorzaak wordt gespeculeerd; in mijn gedachten speelt al vrij lang een thema dat ik nog nergens eerder heb horen noemen: de aard van het arbeidscontract.

De meeste werknemers en leidinggevenden hebben een inspanningsverplichting: je belooft je beste inspanningen te leveren om een bepaald beoogd resultaat te bereiken en daar blijft het bij. De technicus (ingenieur of anderszins) is echter een uitzondering en heeft een resultaatverplichting: het beoogde resultaat dient aantoonbaar gerealiseerd te worden.

Er zit een groot verschil tussen deze twee soorten verplichtingen. Men kan aan een inspanningsverplichting voldoen zonder het beoogde resultaat te bereiken, maar bij een resultaatverplichting moet er sprake zijn van bijvoorbeeld een oplevering, een voltooid constructieontwerp, of een werkende machine. En al die resultaatverplichtingen zijn ook nog eens aan kosten- en tijdsbeperkingen gebonden. Vrijwel altijd roept nieuw technisch werk onvoorziene problemen op, waardoor de technicus geregeld extra werk moet verrichten om te kunnen voldoen aan de resultaatverplichting.

Dit mechanisme geldt voor geen enkel ander beroep: leidinggevenden, juristen en wetenschappers hebben allen hooguit een inspanningsverplichting. Lukt iets niet, jammer dan: het zat even tegen, er waren onvoorziene complicaties, et cetera. De excuses zijn eindeloos en worden ook altijd zonder meer geaccepteerd. Een technicus wordt echter het mes op de keel gezet om te voldoen aan het resultaat, anders volgen sancties.

Als jonge technicus heb je dat mechanisme nog niet zo in de gaten. Je bent vol van je vak en overtuigd van je technisch kunnen, dus je gaat ervoor; dan maar wat extra uren. De managers vinden het stilzwijgend prima – hun probleem wordt immers gratis voor hen opgelost. Het duurt geruime tijd voordat je als technicus in de gaten krijgt dat de managers met praten veel gemakkelijker en sneller het grote geld en vooral ook aanzien, promotie en bonussen in de wacht slepen dan de toegewijde technicus.

In de tijd die de technicus besteedt om de technische problemen op te lossen, kijken de bazen allang verder, doen contacten op en bouwen zo hun netwerk en carrière uit. En de technicus blijft hangen omdat hij onmisbaar is en waardevolle bedrijfskennis heeft. Juist de meest toegewijde technicus die het beste de problemen van het bedrijf (c.q. de baas) oplost, werkt zichzelf het diepst in de put, omdat juist die baas vele successen claimt en zelf snel promotie maakt. De technicus passeert al snel het punt dat hij nog een soortgelijke groeispurt kan maken, zeker omdat de bazen de macht hebben om de technicus in zijn ondergeschikte positie te fixeren. Er zit dan niets anders op dan het bedrijf – en de techniek – te verlaten om elders een betere toekomst op te kunnen bouwen.

Volgens mij raken vele jonge technici al snel teleurgesteld en verlaten daarom het vak, simpelweg niet voorbereid op de spelletjes die bedrijfsmanagers spelen om macht, geld en invloed. Misschien naïef of idealistisch, maar vanuit de harde eerlijkheid die het technische werk vereist ben je niet voorbereid op de realiteit van intriges, machtsstrijd en eigenbelang – tot het voor jou te laat is.

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×