Nieuws
0

Innovatie of hobbyisme?

Christian Jongeneel

Alphabet: over megawinsten, innovatiekracht, vergezochte projecten en een nakende tweede ICT-bubbel.

Eerder deze maand maakte Alphabet, de nieuwe houdstermaatschappij van Google, voor het eerst cijfers bekend. Het interessante daaraan was dat de kosten van de ‘moonshots’ zichtbaar werden, het geld dat het bedrijf steekt in lange-termijnprojecten zoals de zelfrijdende auto, ballonnen voor internet in afgelegen gebieden en allerlei medische toepassingen. Het verlies van de moonshots bedroeg $ 3,6 miljard.

Alphabet kan zich dat veroorloven. Na bekendmaking van de cijfers was het zelfs even meer waardevol dan Apple, een ander ict-bedrijf met megawinsten, dat echter consequent geheimzinnig doet over waar het zijn geld in steekt. Facebook legde vorig jaar twee miljard neer voor Oculus, dat van plan is een revolutionaire virtual reality bril op de markt te brengen en stak eerder negentien miljard in Whatsapp. Het lijkt niet op te kunnen.

Niemand zal tegenspreken dat de ict-sector een van de grote motoren van innovatie en economische groei in deze tijd is. Dat niet ieder nieuw idee een succes wordt, is ook logisch. Maar het niveau van investeringen in vergezochte projecten is inmiddels zo hoog dat het zorgen begint te baren.

De achterliggende oorzaak is dat de sector teveel geld heeft. De multinationals slagen er dankzij bijna-monopolies en controversiële belastingconstructies in winsten te maken die niet in verhouding staan tot de intrinsieke waarde van hun diensten. Bijgevolg is er onvoldoende reden om kritisch te zijn op de besteding van het geld.

In het kielzog van de megawinsten kunnen startups veel meer geld binnenhalen dan realistisch lijkt, tenzij er in de toekomst een perspectief van een monopolie wenkt. Er zijn meer dan honderd startupbedrijven in Silicon Valley die op papier meer dan een miljard dollar waard zijn zonder dat er een rendabel product ligt. Een voor de hand liggend voorbeeld is de taxidienst Uber, die zware verliezen maakt, maar wel meer dan $ 50 miljard waard zou zijn. De miljarden investeringsgeld worden gebruikt om conventionele concurrenten uit de markt te drukken en juridische procedures uit te vechten. Als consumenten meerdere opties voor taxidiensten houden, is het moeilijk te zien hoe Uber die miljarden terug gaat verdienen.

Sommige kenners van financiële markten zien een ict-bubbel die ieder moment kan barsten. Net als de vorige keer, rond de eeuwwisseling, zouden dan een heleboel bedrijven het loodje leggen. Dat zou een klap zijn voor de portemonnee van vele beleggers en durfinvesteerders, maar tegelijkertijd een zegen voor de industrie, omdat de werkelijk waardevolle investeringen boven komen drijven en de veredelde hobbyprojecten een roemloos einde kennen.

Dat zal dan weer een harde les zijn dat teveel beschikbaar geld voor innovatie net per se goed is voor die innovatie. Technologische vooruitgang is het meest gebaat bij een biotoop waarin ideeën op voorhand moeten strijden om het beschikbare geld. Overheden kunnen daarbij onder meer helpen door op een eerlijke manier belasting te heffen, geen subsidie te pompen in sectoren die dat niet nodig hebben en regelgeving te moderniseren op een manier die enerzijds geen barrières opwerpt voor nieuwe diensten, maar anderzijds een competitief speelveld garandeert.

Christian Jongeneel is freelance medewerker van TW

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten