Jan Spoelstra
Een coronavaccin is ontwikkeld door bèta-wetenschappers, efficiëntere elektrolysers voor groene waterstof komen er alleen met voldoende R&D-ers en de data gedreven vierde industriële revolutie (I4) komt er door programmeurs en wiskundigen. Alle ontwikkelingen waar we in Nederland van vinden dat we voorop moeten lopen, hebben in de basis een wetenschappelijke en technische component.
Ook als je terugkijkt naar het verleden zie je dat heel duidelijk. De kindersterfte is sinds 1960 teruggelopen van 120 naar 30 kinderen per 1.000 geboortes, wereldwijd. De fijnstofconcentratie in de lucht is in de periode 1900-2020 met circa 99% gedaald. Ook de levensverwachting van iemand die in 2000 geboren is (85) is veel hoger dan die van iemand uit 1840 (45). Simon Rozendaal zette recent in zijn column in Elsevier Weekblad zijn terechte optimisme uiteen over hoe de wereld zich ontwikkelt – en dat we daar vaker bij stil moeten staan. Aan de basis hiervan licht voortschrijdend wetenschappelijk inzicht, op heel specifieke terreinen. Medische zorg en bètawetenschappen.
Energietransitie, zorg en baanbrekende technologie als AI, 5G en I4 komen in alle serieuze verkiezingsprogramma’s voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen voor en de uitdagingen worden uitdrukkelijk benoemd. Nederland moet uiteraard vooroplopen en hoogwaardige banen creëren. Maar wanneer je kijkt naar de onderwijs- en onderzoeksparagrafen zie je weinig van die analyse terug als het gaat om de mensen die we moeten opleiden, het onderzoek dat we willen uitvoeren. Geen extra geld naar bèta- en techniekonderwijs, geen pr-campagnes voor onze bètafaculteiten en ook geen numerus fixus op geschiedenis of filosofie. Wel open deuren over diversiteit, gelijke kansen, meer geld naar wetenschappelijk onderzoek (zonder keuze te maken) en vrije studiekeuze.
Uitzonderingen zijn misschien VVD, die de koppeling met het bedrijfsleven zoekt en D66, die technologie wil verankeren door alle wetenschappelijke disciplines heen. Of een woordvoerder van de ChristenUnie die aangaf dat je op sommige terreinen mee moet gaan met de westerse wereld (zorg, energie) en op andere terreinen scherpe keuzes moet maken over in welke sectoren je wilt excelleren (hightech, food).
Door alle politieke stromingen heen vinden we het belangrijk dat we vooroplopen met bepaalde kennisregio’s zoals Eindhoven (Automotive/Hightech), Leiden (Biotech) of Groningen (Groene Waterstof). En op enkele partijen na willen we het Parijsakkoord halen. Maar daar heb je mensen met de juiste opleiding voor nodig, daar moet je de juiste keuzes voor te subsidiëren onderzoek voor maken. En daarvoor moet je durven zeggen dat wanneer er extra geld voor middelbaar, hoger en wetenschappelijk onderwijs komt – dit voornamelijk naar de bèta en gamma vakken moet gaan. De meeste verkiezingsprogramma’s lijken op dit thema niet logisch, of zichzelf zelfs tegen te spreken. Daar had misschien even een bèta naar moeten kijken.