Luchtdoop voor 'Nederlandse' Chinook

Menno Steketee

Op het fabriekterrein van Boeing Helicopters in de Amerikaanse stad Philadelphia heeft eind januari een eerste van zes nieuwe CH-47 Chinook-transporthelikopters van de Koninklijke Luchtmacht zijn luchtdoop gehad.

Het gaat om de F-versie van dit toestel, dat technologisch aanmerkelijk verschilt van de elf exemplaren die al in Nederlandse dienst vliegen.

 

In dit F-model van de beroemde helikopter met dubbele rotor zijn de operationele lessen van de vredesmissies in Afghanistan en Irak verwerkt. Zo zijn ze geschikt gemaakt voor de inzet van commando’s en andere speciale eenheden. Die moeten bij nacht en ontij in vijandelijk gebied kunnen worden afgezet, dus zijn de toestellen onder meer voorzien van de nieuwste nachtzichtapparatuur, zogeheten Forward Looking Infrared (FLIR).

 

Ook is een digital automatic flight system aangebracht, apparatuur die de helikoptervliegers bijvoorbeeld informatie geeft over de locatie van de helikopter ten opzichte van de grond tijdens een brown-out, de verblindende stofwolk die kan ontstaan bij de landing. De huidige generatie Chinooks heeft daar in Afghanistan last van gehad.

 

De nieuwe CH-47F krijgt daarnaast een zogenoemde glass-cockpit, waarbij de gebruikelijke analoge meters zijn vervangen door multifunctionele touchscreens. De vliegers kunnen hiermee gegevens opvragen en functies veranderen door op virtuele knoppen op de beeldschermen te drukken. Deze versie van de Chinook biedt bovendien meer capaciteit voor het meenemen van wapens, zoals nodig bij reddingsacties van neergeschoten piloten.

 

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) die de indienstneming begeleidt, denkt het eerste toestel aan het eind van dit jaar aan de Koninklijke Luchtmacht te kunnen overhandigen. Behalve DMO en Boeing waren ook het NLR en de avionica-producent Honeywell betrokken bij het formuleren van de ontwerpeisen.

 

De eerste Chinook maakte al in 1961 zijn eerste vlucht. Toch was dit model vorig jaar de best verkopende Amerikaanse helikopter. Dat kwam vooral door de grote vraag bij landen die ze nodig hebben in Afghanistan.