Luchtdoop voor vliegende marinerobot

Menno Steketee

Vanaf de Amerikaanse vliegbasis Edwards in Californië heeft het onbemande Northrop Grumman X-47B gevechtsvliegtuig zijn luchtdoop gehad.

Het is niet voor het eerst dat onbemande gevechtsvliegtuigen een testvlucht maken; boven Irak en Afghanistan vliegen er genoeg rond. Maar dit toestel is een technologische primeur: het moet vliegen vanaf vliegdekschepen, operaties die zelfs voor bemande gevechtsvliegtuigen als erg complex gelden.

 

De toestellen moeten daarbij precies kunnen landen op een erg klein stukje vliegdek, dat vol staat met andere vliegtuigen en helikopters – door de Amerikaanse marine ook wel aangeduid als ‘het gevaarlijkste stukje aardoppervlak’. Daarnaast is de X-47B, die een reeks geleide bommen kan meevoeren, vrijwel onzichtbaar voor radar en andere sensoren.

 

De Amerikaanse marine ontwikkelt de gevechtsrobots vooral vanwege het veel grotere bereik dan dat van bemande gevechtsvliegtuigen. De X-47B heeft een geschat bereik van vierduizend kilometer, ruim tweemaal meer dan de F-18E Super Hornet, waarmee de vliegdekschepen nu zijn uitgerust.

 

Bij bijvoorbeeld een conflict om Taiwan zouden de vliegdekschepen met de X-47B ver buiten het bereik kunnen blijven van Chinese ballistische anti-vliegdekschipraketten. Met de Super Hornet levert dit problemen op.