Gerald Schut
Tweehonderd jaar geleden trokken hele volksstammen zo arm als kerkratten naar het Eldorado van toen. Gelukszoekers kwamen massaal naar de veengebieden in Friesland, Drenthe en Groningen om ‘het bruine goud’ te delven. Het afgraven van turf was zwaar werk, maar leverde op dat moment de meest geconcentreerde vorm van energie die voorhanden was. Terwijl ik in de stralende zon door de moerassen in de Friese Wouden wandelde, werd ik getroffen door hoe anders de levens van de veenstekers daar nog maar zo kort geleden waren. En dan doel ik niet op het feit dat diezelfde regio nu wordt volgelegd met zonneparken.
Ik ben altijd enigszins teleurgesteld in mezelf dat ik niet zomaar tien dingen uit mijn mouw schudt als ik denk over hoe toekomstige generaties moreel op ons handelen zullen terugkijken. Ja, onze omgang met dieren zullen ze onbegrijpelijk vinden. Dat lijkt me een no brainer, zeker als we betere manieren vinden om te zien hoe klein de cognitieve en emotionele verschillen tussen mens en dier eigenlijk zijn. En ik twijfel er niet aan dat onze achterkleinkinderen met grote ogen zullen kijken naar de achteloosheid, waarmee wij onze ogen sluiten voor de relatief eenvoudig oplosbare armoede van miljarden mensen in de derde wereld. ‘Hoe is toch het mogelijk dat een groepje van 2000 miljardairs samen extreme armoede in de wereld kon uitroeien, maar het niet gedaan heeft, zullen toekomstige generaties zich afvragen,’ volgens biotechnoloog Juan Enriquez. (Zie recensie van Right/Wrong: How Technology Transforms our Ethics)
Enriquez provoceert en prikkelt in zijn boek, maar bovenal roept hij op tot morele nederigheid en mildheid. Dat is relevant nu het gangbaarder wordt om onze voorouders genadeloos te veroordelen voor het tribunaal van de hedendaagse ethiek. Waar Facebook het duimpje heeft uitgevonden, lijkt Twitter soms een reservaat voor middelvingers te worden, terwijl het debat gebaat zou zijn bij meer mildheid: voor mensen uit een andere tijd, maar ook voor elkaar. Met een veroordeling win je zelden iemand voor je, terwijl oprechte, geïnteresseerde vragen de kraamkamer van inzicht zijn.
Volgens Enriquez stelt technologie de mensheid in staat morele vooruitgang te realiseren. In een interview met TW roept TU/e hoogleraar Heleen de Coninck juist op om te waken voor te hoge verwachtingen van techniek. Dat klimaatverandering opgelost is als we gewoon maar goedkope schone energie ontwikkelen, noemt ze naïef. Maar ook De Coninck is optimistisch: als vegaburgers een kweekvlees goedkoper en beter worden, gaat een belangrijk deel van de eiwittransitie straks vanzelf.
Enriquez eindigt optimistisch: ‘We zijn soms blind voor de dingen die we verkeerd doen’, maar ‘technologie zal ons de mogelijkheid geven om onze levensstijl op peil te houden, terwijl we ook genereuzer kunnen worden. Ethiek zal blijven veranderen.’
Zoals iemand uit een ver vervlogen tijd zei: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.’