Mischa Brendel
Huis van Delft wordt een bijzonder bouwwerk. Het moet, zoals ingenieursbureau ABT het omschrijft, niet alleen geschiedenis uitstralen, maar zelf ook onderdeel van de geschiedenis worden. Een monument voor de toekomst.
Het gebouw wordt niet alleen een wooncomplex, maar krijgt ook een publiek deel, dat de ‘pioniers van Delft’ eert. Het gaat daarbij om beroemde inwoners als Johannes Vermeer, Antoni van Leeuwenhoek, Willem van Oranje, Piet Hein en Hugo de Groot.
Op de tweede tot en met de vijfde verdieping komen 51 maisonnettes, stadsappartementen en penthouses. Sommige van de woningen krijgen loggia’s en buitenterrassen. Maar het is vooral het uiterlijk van Huis van Delft dat eruit springt. Daarin worden de contouren van historische panden verwerkt. Aan de koppen van het pand verrijzen trapgevels van 20 m hoog en de langsgevels krijgen hoge glazen geveldelen met omgekeerde Delftse huisjes. Op de gevel komen keramische tegels voorzien van een speciaal blauw glazuur, geproduceerd door het befaamde Koninklijke Tichelaar uit Makkum.
ABT realiseerde in drie maanden tijd een voorlopig ontwerp. Ook het definitief ontwerp werd door ABT gemaakt. Op 31 oktober jongstleden volgde het officiële startsein voor de bouw. ‘Daarmee hoeven wij officieel alleen nog maar controles uit te voeren’, vertelt Mark van Veghel van ABT. Nee, het werk van het ingenieursbureau is zeker nog niet gedaan, maar het meeste van het werk van Van Veghel wel. Hij is specialist bouwfysica en brandveiligheid en het werk van zijn afdeling startte al in 2016.
Van Veghel: ‘We zijn met heel veel aspecten bezig geweest. De energiezuinigheid, wat er op het gebied van brandveiligheid nodig is en de GPR-score opgelegd door de gemeente.’ Dat laatste staat voor Gemeentelijke Praktijk Richtlijn en is een wijze om de duurzaamheid van gebouwen te meten.
Toch is Van Veghel zijn afdeling nog steeds druk met het realiseren van het ontwerp. ‘Aan de pleinkant van het gebouw zullen Delftse huisjes aan de gevel verschijnen. Dat is een ruimte van 15 m hoog en daarboven komen woningen. Daar speelt een mogelijke brandoverslagsituatie, waarbij vlammen zouden kunnen overslaan naar de woningen erboven. De standaard regelgeving schiet hier tekort, omdat het gaat om een uitzonderlijke situatie. Dus nu zoeken we creatieve en veilige alternatieven.’ Daarvoor zijn Van Veghel en collega’s nu al enkele scenario’s aan het onderzoeken.
Ook voor Berend Saalmink en zijn team zijn er tal van uitdagingen. Saalmink is constructeur bij ABT. Voor hem beginnen de uitdagingen al bij de fundering van het gebouw. ‘De locatie waar het gebouw terechtkomt is pal naast het station van Delft en vlak langs de spoortunnel. Onder het gebouw zit een parkeerkelder van één laag. We graven direct naast de tunnel en alles moet wel op zijn plek blijven liggen.’ Om trillen zoveel mogelijk te voorkomen, gebruikt ABT veel stijve elementen in het gebouw. Saalmink: ‘Alles wordt aan elkaar gestort. We gebruiken zo min mogelijk prefab elementen.’
Dat geldt overigens voor het gehele Huis van Delft: alles is maatwerk. Hoewel het gebouw grotendeels een woningbouwproject betreft, zit er bijna geen repetitie in. Van Veghel: ‘Alle appartementen in het gebouw zijn op twee of drie na allemaal anders. Zo hebben ze verschillende loopafstanden en daglichttoetreding. En natuurlijk is de begane grond ook deels publiek toegankelijk. Nee, dit is zeker geen standaard woongebouw.’