Nieuws

Nederland bereikt kantelpunt: groene stroom in de meerderheid

nederland groene stroom
© iStock

Nederland heeft een historische mijlpaal bereikt: voor het eerst in de geschiedenis kwam meer dan 50% van alle opgewekte elektriciteit uit duurzame bronnen.

Windmolens, zonnepanelen en biomassa- en waterkrachtcentrales leverden samen bijna 61 miljard kilowattuur (kWh) in 2024. Toch staat de groei van hernieuwbare energie onder druk, en dat heeft niet alleen met het weer te maken.

Mijlpaal bereikt, maar groei vertraagt

Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de productie van groene stroom met 10% is toegenomen ten opzichte van 2023. Dat lijkt een mooie stap, maar in de jaren daarvoor groeide duurzame opwek met 20 tot 40% per jaar. Vooral biomassa zag een verdere daling, voor het derde jaar op rij.

Zonne-energie groeide met 11% naar 22 miljard kWh, dankzij een toename in het opgestelde vermogen. Toch vlakt de groei af: particulieren lijken hun daken inmiddels vol te hebben en de afbouw van de salderingsregeling maakt nieuwe investeringen minder aantrekkelijk. CBS-expert Vinodh Lalta stelt: “Iedereen die zonnepanelen op z’n huis wil hebben, heeft ze nu wel zo’n beetje.”

Lees ook: Zonnepanelenmarkt in Nederland stort in, thuisbatterijen wel in opkomst


Windenergie groeide met 13% naar 33 miljard kWh, vooral dankzij een stijging van 32% op zee. Wind op land bleef nagenoeg gelijk, mede door trage vergunningsprocedures.

Cijfers: CBS

“Iedereen die zonnepanelen op z’n huis wil hebben, heeft ze nu wel zo’n beetje.”

Vinodh Lalta

De échte uitdaging: overbelasting van het net

Zelfs als de opwek verder toeneemt, speelt een ander probleem: het elektriciteitsnet raakt overbelast. Op piekmomenten moeten windmolens en zonnepanelen worden afgeschakeld door een gebrek aan opslagmogelijkheden.

Om verdere groei mogelijk te maken, zijn investeringen in opslag cruciaal. Batterijen, waterstof en flexibele afname door industrieën kunnen helpen om het elektriciteitsnet efficiënter te benutten.

Spanje laat bijvoorbeeld zien dat negatieve stroomprijzen een markt voor opslag kunnen stimuleren. In Nederland blijven grootschalige opslagprojecten echter achter door een gebrek aan investeringsprikkels en regelgeving die hier nog onvoldoende op is afgestemd.

Fossiele daling en export

De elektriciteitsproductie uit fossiele bronnen daalde in 2024 met 4%, mede door de afname van kolen- en gascentrales. De voornaamste oorzaak hiervan is de concurrentie van goedkopere wind- en zonne-energie.

Tegelijkertijd exporteerde Nederland opnieuw meer elektriciteit dan het importeerde. De invoer uit Duitsland en Noorwegen steeg, terwijl de uitvoer naar Duitsland en het VK afnam. Vooral België nam juist meer Nederlandse stroom af, onder andere door een lagere productie van Belgische gascentrales.

Op naar de volgende stap?

Nederland heeft een belangrijke mijlpaal bereikt, maar zonder aanpassingen dreigt de groei van hernieuwbare energie te stagneren.

Versnelde vergunningsprocedures, grootschalige opslag en slimme marktprikkels zijn nodig om een nieuwe versnelling te realiseren. Daarnaast is het cruciaal dat de industrie flexibeler wordt in haar stroomverbruik, zodat overschotten beter benut worden.

De komende jaren zullen uitwijzen of Nederland het kantelpunt écht voorbij is en de weg naar een volledig duurzame energievoorziening kan vervolgen, of dat het huidige netwerk en de regelgeving verdere groei blijven afremmen.

Onderwerp:
DuurzaamheidEnergie

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten