redactie
De vierde industriële revolutie is inmiddels op weg, met steeds meer slimme, aan het internet hangende apparaten en robotarmen in fabrieken. Volgens een recent onderzoek van het Europees Octrooi Bureau (EOB) dient Nederland veel patenten in op dit gebied.
Tijdens het aanstaande 3i-Event van TW zal het Europees Octrooi Bureau de keynote verzorgen. Een expert van deze organisatie zal in gaan op de positie van Nederland als het gaat om smart industry. Alberto Casado van Europees Octrooibureau licht alvast enkele zaken toe.
‘Nederland is duidelijk een zeer productief land als het gaat om het indienen van octrooiaanvragen. De Nederlandse economie is gegrond op een breed technologieportfolio en octrooiaanvragen betreffen vooral medische technologie, elektrische machines, apparaten, energie en computers. De beslissing om een octrooi in te dienen, is altijd gebaseerd op zakelijke behoeften en strategieën, en in dat opzicht verschillen kleinere entiteiten en grote bedrijven uiteraard enigszins van elkaar. Bij het EOB hebben we opgemerkt dat in 2017 ongeveer twee derde van de octrooiaanvragen werd ingediend door grote bedrijven, terwijl ongeveer een derde van de aanvragen afkomstig was van onafhankelijke uitvinders, mkb’s, en onderzoeksinstellingen of universiteiten. Aangezien beide categorieën in Nederland goed vertegenwoordigd zijn, is het aannemelijk dat de spreiding van aanvragen over deze twee categorieën vergelijkbaar is.’
‘Het OCNL en het EOB werken nauw samen bij het bieden van diensten en octrooibescherming aan innoverende bedrijven. Het is ook mogelijk een nationale aanvraag om te zetten in een Europese octrooiaanvraag, mits dit plaatsvindt binnen één jaar na de eerste indiening van een octrooiaanvraag. De vraag die potentiële aanvragers zich moeten stellen is: wil ik mijn uitvinding alleen op mijn thuismarkt beschermen of zoek ik bescherming in een groter gebied? Daarnaast is het ook een kwestie van kosten, omdat een nationale, Nederlandse octrooiaanvraag (die alleen in Nederland geldt) goedkoper is dan een Europese aanvraag. Vanwege de kosten dienen veel uitvinders eerst een aanvraag in bij hun nationale octrooibureau voordat ze voor Europese of zelfs internationale octrooibescherming kiezen. Van het EOB kunt u een octrooi verkrijgen dat in maximaal 38 lidstaten van het Europees Octrooibureau geldig is, waaronder Nederland, plus een aantal landen die Europese octrooien erkennen, zoals Moldavië, Tunesië, Marokko en zelfs Cambodja.’
‘Het EOB en de nationale octrooibureaus werken intensief samen om het bewustzijn van het belang van octrooien bij kleinere bedrijven in de lidstaten van het Europees Octrooibureau te vergroten. Mkb’s weten vaak niet dat het mogelijk is om juridische bescherming te krijgen voor hun uitvindingen, of ze weten niet dat hun nationale octrooibureau hen kan adviseren hoe ze in dergelijke gevallen het beste kunnen handelen.’
‘Octrooien zijn juridische instrumenten die voor verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt, en de meeste bedrijven doen dit op een zeer strategische manier. Daarom is het heel moeilijk, zo niet onmogelijk, een licentiebeleid op te stellen dat alle toepassingen van een octrooi omvat. In de telecomindustrie bestaat bijvoorbeeld al het zogenaamde FRAND-beginsel voor het in licentie geven van standaard-essentiële octrooien aan die partijen die dezelfde technologienorm gebruiken, tegen redelijke prijzen. Een voorbeeld hiervan is 4G in mobiele telefonie. In de academische wereld zie je vaak dat voor het toekennen van een licentie een tamelijk lage vergoeding wordt gevraagd, of zelfs helemaal geen vergoeding. In sommige landen heeft de overheid het recht om, in het geval van een nationale medische noodsituatie, dwanglicenties op te leggen aan een octrooihouder om ervoor te zorgen dat essentiële gezondheidszorg aan de bevolking wordt verleend. Deze voorbeelden illustreren hoe moeilijk het is om ‘redelijke’ licentievoorziening te definiëren in wetgeving die alle sectoren ten goede zou komen.’
‘Eind vorig jaar publiceerde het EOB de resultaten van het eerste uitgebreide onderzoek naar octrooien en de vierde industriële revolutie (4IR). Onze studie schetst het sterke groeipotentieel en de snelle ontwikkeling van technologieën die gerelateerd zijn aan autonome objecten. Ook blijkt uit de studie dat Europa, Japan en de VS de gevestigde leiders zijn in 4IR, en dat China en Korea bezig zijn met een snelle inhaalslag.’
‘De studie laat zien dat Nederland in Europa een van de landen is die significante innovatieve activiteiten in 4IR-technologieën hebben gerealiseerd en dat met name Noord-Brabant een belangrijk 4IR-cluster is. Bovendien is Philips een van de vijf Europese bedrijven die een plaats heeft weten te bemachtigen op de ranglijst van de 25 indieners van de meeste 4IR-octrooiaanvragen bij het EOB in de periode 2011-2016 – een lijst die verder gedomineerd wordt door Aziatische bedrijven. Philips staat op de achtste plaats en is het op één na hoogste Europese bedrijf in de lijst (na Nokia).’
‘Hoewel het begrip ‘uitvinder’ er niet in wordt gedefinieerd, gaat de octrooiwetgeving ervanuit dat de uitvinder een mens moet zijn. In elke octrooiaanvraag moet een uitvinder – of een team van uitvinders – worden vermeld, anders wordt de aanvraag geweigerd. Hoewel kunstmatige intelligentie zeker deel uitmaakt van de technologie van de toekomst en misschien zelfs een belangrijke rol speelt bij het ontwikkelen van nieuwe uitvindingen, blijft een mens als uitvinder het uitgangspunt ​bij het verlenen van octrooien in Europa.’
‘Het is belangrijk om in te zien dat octrooien zowel economische activa als waardevolle strategische instrumenten zijn. Voor kleinere entiteiten, met name startups, kan een octrooi de weg naar risicokapitaal vrijmaken en als instrument worden ingezet bij onderhandelingen met investeerders en licentiehouders. We moeten daarom met zorg en aandacht met octrooien omgaan. Ik zou de volgende aanbevelingen willen doen: Houd altijd in het achterhoofd dat uw uitvinding een octrooi kan worden. Win al in een vroeg stadium advies in bij het OCNL, of zelfs bij een octrooigemachtigde. Verifieer vanaf het begin wat de actuele stand van uw technologie is met behulp van de gratis octrooidatabank Espacenet van het EOB. Deze biedt gemakkelijk toegang tot zo’n 100 miljoen octrooidocumenten vanuit de hele wereld op alle terreinen van de technologie. En tenslotte: vertel niemand dat u een uitvinding hebt gedaan zolang u geen octrooiaanvraag hebt ingediend. Als uw uitvinding in het openbaar te zien is geweest, bijvoorbeeld tijdens een workshop, op een vakbeurs of in een productlijst op uw website, kan het octrooibureau uw uitvinding niet langer als nieuw beschouwen en zal het geen octrooi verlenen. Zodra uw octrooiaanvraag bij het OCNL of het EOB ligt, is het veilig om in het openbaar over uw uitvinding te spreken of te schrijven.’
Alberto Casado, Vice-President Directorate-General Patent Granting Process