Nieuws
0

Nederland middenmoter in R&D-subsidie

Benno Boeters

  • Van 0,89 % naar 0,79 % bbp
  • Veel geld uit Brussel

Op de dag dat het in Amsterdam Noord rond het oude Shell-labgebouw ‘bruist’ op de Innovation Expo en rond de 200 standhouders hun ideeën voor een ‘sustainable urban delta’ presenteren, tonen recente cijfers van het Rathenau Instituut over de overheidsuitgaven voor R&D in de komende jaren aan dat deze vanaf dit jaar tot aan 2020 met 3,6 % dalen.

Bij het ministerie van OCW is de afname niet groot, van ruim € 3,55 miljard in 2016 naar net geen € 3,51 miljard in 2020, maar EZ reduceert zijn uitgaven van € 875 miljoen naar € 793 miljoen in vier jaar. In voorgaande jaren, toen de aardgasbaten nog tot boven de € 10 miljard konden oplopen, werd met dat geld bijvoorbeeld het FES (Fonds Economisch Structuurversterking) gevoed. Een groot deel daarvan ging vervolgens naar infrastructuur (Betuwelijn, HSL), maar ook naar de kenniseconomie en het Innovatieplatform. In 2011 is het FES opgeheven; aardgaswinst gaat nu in de grote pot van rijksinkomsten.

Ook Infrastructuur en Milieu geeft 28 % minder uit: € 19 miljoen. VWS reduceert de R&D-kostenpost met 24 %; € 60 miljoen.

Het Rathenau berekent dat de Grote Technologische Instituten (NLR, ECN, MARIN en Deltares) en ook TNO in de periode 2010-2020 fors minder uit Den Haag ontvangen; de GTI’s 45 % minder en TNO 13 %.

Het mkb krijgt eveneens te maken met minder R&D-subsidie, al blijven de fondsen in 2020 boven de € 1,1 miljard. Het budget dit jaar voor de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk ligt op ruim € 1,15 miljard.

Het percentage van totale R&D-overheidsuitgaven op het gehele bbp krimpt van 0,89 nu naar 0,79 in 2020 (het bbp voor de komende jaren, zoals voorspeld door het CPB).

Van de achttien Europese landen welke het Rathenau heeft gerangschikt, staat Nederland op de achtste plaats. Denemarken prijkt bovenaan; dat land geeft net als IJsland en Portugal, meer dan 1 % uit aan R&D. Ook Finland, Frankrijk, Oostenrijk en Noorwegen spenderen meer belastinggeld aan R&D. Duitsland, Zwitserland, België en Zweden zitten ook nog boven de 0,8 %, maar Groot Brittannië, Luxemburg, Ierland, Spanje, Italië en Griekenland zitten rond de 0,6 % tot 0,5 %.

Wat betreft het binnenhalen van R&D-subsidie uit Brussel doet Nederland het een stuk beter. In het achtste Kaderprogramma (KP8) van de EU, getiteld Horizon 2020, is maar liefst € 70,2 miljard te verdelen. Volgens de getallen over begin 2014 – mei 2015 haalt Nederland voor 7,7 % subsidie uit KP8 terwijl ons land voor 4,8 % aan de middelen bijdraagt.

En – enige troost voor wetenschappers die zich verbijten over de tijd die het kost onderzoeksvoorstellen voor KP8 te schrijven – Nederlandse deelnemers hebben een slagingspercentage van 13,7 %, terwijl het gemiddelde op 11,8 % ligt.

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten