Jan Spoelstra, In samenwerking met: Gemeente Amsterdam
Een nieuwe aanbestedingsmethode moet het voor bouwbedrijven, architecten en toeleveranciers aantrekkelijker maken om in te schrijven op de bouw van basisscholen. Meer eigen inbreng, extra budget voor innovatie en de mogelijkheid om een eigen bouwconcept voor scholen te ontwikkelen.
>>>Geïnteresseerd in deze klus? En wilt u meedoen met de marktconsultatie? Klik dan hier.
De gemeente Amsterdam wil met de nieuwe aanbestedingsmethode Innovatiepartnerschap (IPS) de nieuwbouw van negen basisscholen op Strandeiland realiseren. ‘Dat betreft een werkwijze die we kennen uit de waterbouw, waarbij de opdrachtgever de sector uitdaagt om met innovatieve bouwconcepten te komen,’ aldus Carli Hartgerink, regisseur onderwijshuisvesting bij Gemeente Amsterdam. De gemeente wil dat aannemers, architecten, toeleveranciers en innovators al in een vroeg stadium meedenken, om gezamenlijk tot een nieuw bouwconcept te komen. ‘We sturen uiteindelijk dus geen bestek naar een bouwbedrijf, maar ontwikkelen in gezamenlijkheid het schoolgebouw’.
Voordeel van IPS is dat de opgedane kennis en uitgewerkte innovaties voor de marktpartijen beschikbaar blijven voor andere opdrachtgevers. De gemeente hoopt op deze manier dat bouwbedrijven en architecten een modulair bouwconcept ontwikkelen, waarbij samen met het schoolbestuur een gebouw vanuit een basis ontworpen kan worden op een manier die past binnen het specifieke onderwijsconcept van de betreffende school. Uiteraard ook met voldoende flexibiliteit om ook te voldoen aan de eisen van de welstandscommissie, of omgevingsfactoren zoals de aanwezigheid van een warmtenet.
Op 9 april houdt de Gemeente Amsterdam een online marktconsultatie, om input voor deze aanbestedingsprocedure op te halen, de mogelijkheid tot netwerken te faciliteren tussen partijen zodat ze consortia kunnen vormen en om alvast in contact te komen met partijen die mogelijk willen inschrijven op dit project.
Hoe gaat het aanbesteden van basisscholen nu in zijn werk? Doorgaans zoekt het schoolbestuur een architect die de visie en het schoolconcept vastleggen in een bepaald ontwerp en voor praktisch iedere school rolt daar een uniek gebouw uit met een bepaalde verdeling tussen zelfstandige werkruimtes en verschillende groottes klaslokalen. De aannemer wordt hierbij alleen ingeschakeld voor de uitvoering. ‘Dat maakt het bouwen van een basisschool relatief duur’, aldus Ellen Brand, sr. bouwmanager bij de Gemeente Amsterdam.’
Brand en Hartgerink geven drie zaken aan die de Gemeente Amsterdam hier anders wil doen, en waardoor aannemers juist eerder voor de bouw van deze negen scholen moeten kiezen.
Allereerst is dat dus de IPS-methode, die overigens niet nieuw is in Nederland. Zo gebruikte Amsterdam deze methode bij de aanbesteding van het groot onderhoud en vervanging van de kademuren langs de Amsterdamse grachten. Brand: ‘Toen hebben we ook eerst een marktconsultatie gehouden. Daar kwam uit dat de geïnteresseerde partijen de aanbesteding wel zagen zitten, maar dat het aantal kilometers kademuur binnen de aanbesteding omhoog moest, om het voor marktpartijen echt rendabel te maken om een nieuw bouwconcept te ontwikkelen. Dat soort feedback willen wij bij deze marktconsultatie ook ontvangen.’ Bijkomend voordeel is dat er bij IPS aanbestedingen vaak extra budgetten uit subsidies te halen zijn, bijvoorbeeld als er extra aandacht is voor energie, gezondheid of circulair bouwen.
In de tweede plaats is het nieuw dat er in één keer negen scholen aanbesteed worden. Dat moet het volgens Brand rendabel maken om een nieuw bouwconcept te ontwikkelen. In de woningbouw is het bijvoorbeeld al gangbaar om vanuit een basisontwerp verschillende modules, de beukmaat, gevels, kozijnen en de plaatsing van binnenmuren te variëren, om toch tot unieke woningen te komen. ‘Voor schoolgebouwen moet dat ook kunnen.
Tot slot betreft het hier een uiteindelijk contract voor ontwerp, bouw en mogelijk een stuk onderhoud (UAV-gc). ‘Na de eerste inschrijving en uiteenzetten van de conceptplannen start de ontwerp- en ontwikkelfase’, aldus Hartgerink. ‘In die fase gaan de marktpartijen hun concept uitwerken waarna de definitieve gunning volgt. Wij verwachten dat er consortia van architecten, bouwbedrijven, innovatie partijen en verschillende toeleveranciers op dit project gaan inschrijven’. Voorheen kwamen bouwbedrijven en toeleveranciers pas aan tafel als het bestek klaar was en Hartgerink en Brand horen vaak van aannemers dat ze graag voor die fase al mee willen praten, zodat ze het ontwerp beter kunnen afstemmen op hun werkwijze en materiaalgebruik. ‘Daar geven we nu dus gehoor aan. We plegen hier een stevige interventie op hoe we het altijd al deden. We zijn benieuwd hoe de markt dit oppakt,’ aldus Hartgerink.
Zoals je merkt gaat het verhaal hier niet over feitelijke techniek die de gemeente en de schoolbesturen willen realiseren. Niet over het grote dakoppervlak op de lokalen en hoe je daar zonnepanelen kunt plaatsen of groene daken kan aanleggen. Het gaat niet over de opslag van zonne-energie in accu’s, om de elektrische auto’s en fietsen van docenten op te laden. Ook dicteert de gemeente niet dat de scholen uit natuurlijke materialen opgetrokken moeten worden en hoe het consortium dat de opdracht krijgt de ambities op het gebied van circulariteit moet halen.
Wel formuleert de gemeente bepaalde gunningscriteria. ‘Denk aan energiegebruik en opwekking, gezondheid voor docenten en leerlingen en circulair materiaalgebruik’, licht Hartgerink toe. Dat betekent niet dat de ambities op het gebied van circulariteit en energie niet hoog zijn. Integendeel. ‘We willen met deze gunningscriteria het maximaal haalbare bereiken, in plaats van oplossingen voor te schrijven.’
Tot 2050 moeten er alleen in Amsterdam al 40 tot 50 scholen bijgebouwd worden. Tot 2050 groeit de Nederlandse bevolking misschien nog met 2 miljoen mensen. Dat maakt de vooruitzichten voor de bouw van scholen in Nederland gunstig. ‘Wie via dit project negen basisscholen op Strandeiland via een uniek modulair bouwconcept ontwikkeld, kan daar in de toekomst de vruchten van plukken,’ besluit Brand. ‘Er is een investering mee gemoeid van circa €80 miljoen (incl. btw) in de periode van 2023 tot 2040. We willen echt dat partijen met innovatie in hun DNA aanhaken bij dit project’. Alles wat technisch haalbaar is om binnen ons budget te ontwikkelen moeten we gaan realiseren. Niet alleen hier in Amsterdam, maar over heel Nederland.’