Jan Spoelstra
Nog dit jaar moet de bouw van start gaan van een nieuwe generatie reddingsboten van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). De boot die dankzij twee 810 kW sterke dieselmotoren van MTU 34 knopen kan varen, krijgt een nieuwe rompvorm die is afgeleid van het bijlboegconcept.
Marin en de TU Delft voerden modelproeven uit in hun sleeptanks en op open water. Volgend jaar moet een prototype varen en in 2014 moet de eerste reddingsboot uit de 1816-klasse operationeel zijn. Het project ontleent zijn naam aan verzekeraar de Noordhollandsche van 1816, die 1,5 miljoen euro bijdraagt aan de ontwikkeling van de boten.
Het meest opvallend aan de boten is de rompvorm. Deze is gebaseerd op de bijlboeg die de TU Delft ontwikkelde met Damen Shipyards en zijn oorsprong kent in het enlarged ship concept. Als je een schip uitrekt en je houdt de rest (breedte, motoren, schroeven, etc.) constant, blijkt het schip niet aan snelheid of efficiëntie in te boeten, terwijl het gedrag in hoge golven sterk verbetert. Vervolgens ontstond bij de TU Delft en Damen het idee om de boeg verticaal te maken, met het diepste punt voorin, waardoor de boeg door golven klieft en er niet bovenop smakt wanneer het een hoge golf tegenkomt.
‘Wanneer de bemanning zo’n klap te verduren krijgt, die gepaard gaat met piekversnellingen tot 7 g, besluiten ze gas terug te nemen’, legt KNRM-directeur Roemer Boogaard uit tijdens een bezoek van Koninklijke Nederlandse Vereniging Onze vloot aan het KNRM hoofdkantoor in IJmuiden. ‘De "factor mens", die heftig reageert op extremen die maar sporadisch voorkomen, moeten we echt serieuzer nemen als we bij hoge golven hard willen blijven doorvaren.’
De bijlboeg is overigens niet het ultieme antwoord voor de nieuwe reddingsboten van de KNRM; het concept moest doorontwikkeld worden. Een bijlboeg heeft namelijk een constante diepgang, onafhankelijk van de snelheid. Deze diepgang is echter ongunstig voor reddingsboten, die vaak in ondiepe wateren vastgelopen schepen moeten helpen. ‘De boeg staat dus niet helemaal verticaal. De boot gedraagt zich als een planerende boot, die uit het water stijgt wanneer de snelheid toeneemt. Het gedraagt zich pas als bijlboeg wanneer je hard tegen de golven invaart.’