Rijkert Knoppers
De Explosieve Opruimingsdienst Defensie (EOD) nam afgelopen week op een officiële bijeenkomst in de sergeant-majoor Scheickkazerne in Soesterberg nieuwe hightech robots en een nieuw model bompak in gebruik.
Het materieel moet onder meer een vakkundig opruimen van geïmproviseerde explosieven mogelijk maken.
Afgelopen april maakte de EOD omstreeks zeventig projectielen uit de Tweede Wereldoorlog onschadelijk. Per jaar krijgt de opruimingsdienst ongeveer tweeduizend meldingen van mogelijk gevaarlijke explosieven, een aantal dat al jaren constant is. In tweehonderd gevallen gaat het hierbij om verdachte pakketjes.
Om explosieven onschadelijk te maken heeft de EOD begin mei twee nieuwe modellen robots van de firma Telerob officieel in gebruik genomen. Het gaat daarbij om de Telemax en de Teodor, beide zijn op afstand te bedienen. De kleine Telemax, in opgevouwen toestand slechts 75 cm hoog, rijdt op vier wielen of op vier zelfstandig bewegende ‘flippers’ met rupsbanden die naar beneden uit te klappen zijn. In de korte versie is de Telemax 80 cm lang, als de rupsbanden uitgevouwen zijn, komt de lengte op 160 cm.
De aandrijving gebeurt door vier afzonderlijke elektromotoren. Het bijna 80 kg wegende voertuigje haalt op rupsbanden een maximum snelheid van 3,5 km/h, op wielen is de snelheid 4,7 km/h. Trappen beklimmen met een hellinghoek tot maximaal zestig graden behoort ook tot de mogelijkheden. De centraal bevestigde manipulatorarm, die aan de bovenkant is bevestigd, kan een maximale hoogte halen van 260 cm. De NiMh accu van 24 volt maakt het mogelijk dat de Telemax twee uur lang in bedrijf is. Het diagnostische systeem aan boord is met behulp van een laptop op afstand te raadplegen, via internet is ook het onderhoud van de Telemax te regelen.
De grotere Teodor robot is in grote lijnen hetzelfde opgebouwd als de Telemax, alleen rijdt deze machine uitsluitend op twee rupsbanden. Het voertuig van 370 kg is 130 cm lang, 76 cm breed en ruim 120 cm hoog. De maximale snelheid ligt op 29 km/h, hellingen tot 45 graden vormen geen probleem. De Teodor kan functioneren bij buitentemperaturen van min twintig tot plus zestig graden Celsius. De basisversie van deze robot is uitgerust met zes camera’s. De bewapening kan bestaan uit een geweer of een hoge druk waterkanon. Met het waterkanon is het mogelijk om waterschoten af te vuren. Hierbij schiet een kanon een waterkolom onder grote druk, zonder dat er vonken ontstaan. Daarnaast is de manipulatorarm uit te rusten met meer dan veertig speciale gereedschapsstukken, zoals grijphanden. De Teodor kan een gewicht tot 500 kg vervoeren. ‘Ten eerste is het bedieningsgemak enorm verbeterd’, aldus een woordvoerder van de EOD. ‘Het apparaat is daarnaast uitgerust met meer camera’s en het biedt de mogelijkheid van het gebruik van infrarood. Ook zorgen de nieuwe camera’s en monitoren voor een veel betere beeldkwaliteit.’
Naast de nieuwe robots heeft de EOD de beschikking gekregen over nieuwe voertuigen en bompakken. Een belangrijke verbetering aan het nieuwe bompak is dat deze is uitgerust met diverse communicatiemiddelen. De instrumenten zijn met een panel op de arm te bedienen, via een beeldscherm is er continu uitwisseling van informatie met teamgenoten mogelijk. Het pak is ook veiliger, stelt sergeant-majoor Marco van Leeuwen van de EOD. ‘Een voordeel van dit nieuwe pak is bovendien dat het aanzienlijk aangenamer zit dan de vorige pakken.’
