Hilde de Laat
- Alternatief voor gasturbines
- Opslag overschot windstroom
TNO wil oude olie- en gasplatforms op zee hergebruiken door ze aan te sluiten op offshore-windmolenparken in de buurt. Zo kunnen de oliemaatschappijen de resterende olie en gas op windstroom oppompen, en kunnen zij lege velden gebruiken voor de opslag van energieoverschotten van de windturbines in de vorm van waterstof. Shell, Siemens en Energie Beheer Nederland onderzoeken nu met TNO of dit idee haalbaar is.
De olie- en gasconcerns zijn verplicht om oude platforms binnen twee jaar na stopzetten te ontmantelen. Dit kost de oliemaatschappij 10-100 miljoen euro per stuk. ‘Door deze nieuwe toepassing kunnen de platforms langer mee, wat kosten zou moeten besparen’, aldus René Peters, initiatiefnemer van TNO. Greenpeace en GroenLinks noemen het plan een smoes om de hoge ontmantelingskosten niet te hoeven betalen.
Gasturbines die nu voor elektriciteit zorgen zijn duur in onderhoud en de emissie-eisen worden steeds strenger. Elektriciteitskabels van de turbines naar een platform zijn weliswaar duur (volgens Peters € 1 miljoen/km) maar toch zou het rendabel zijn stroom uit wind te gebruiken. Windturbinepark Gemini, ten noorden van de Waddeneilanden, kan volgens Peters al elf platforms van stroom voorzien. ‘Toekomstige windparken kunnen bij de platforms in de buurt worden gebouwd en zo duurzaam draaien. Ik verwacht dat er over vijf jaar duurzame platforms zijn’, aldus Peters. Hij denkt dat over tien tot vijftien jaar de elektriciteitsoverschotten van de windparken in de lege gas- of olievelden kunnen worden opgeslagen na omzetting in waterstof. Peters: ‘Dat past mooi binnen de planning van de uitfasering van de olieplatforms.’
