Gerald Schut
Het is vaak makkelijker om geld bij elkaar te krijgen voor een flitsend nieuw project, waar je je naam aan kan verbinden, dan voor iets triviaals als reparaties. Dat is jammer, want onderhoud is net zo belangrijk als innovatie, schrijft weekblad The Economist in twee artikelen naar aanleiding van het Maintenance Festival afgelopen september in Londen.
Zo wijst het blad er bijvoorbeeld op dat de VS de afgelopen decennia allerlei overbodige nieuwe wegen heeft gebouwd, terwijl het aandeel wegen met gaten in de afgelopen twintig jaar is gestegen van 10 % naar 21 %. Bij het Noord-Oostzeekanaal zorgt achterstallig onderhoud voor rijen wachtende boten, terwijl sommige boten zelfs om Denemarken heen moeten varen. De instortende brug in Genua staat nog in ieders geheugen gegrift. Onderhoud krijgt keer op keer niet de aandacht die het verdient. Op nationaal niveau zijn weinig cijfers beschikbaar over onderhoud; het voor de meeste organisaties een interne aangelegenheid. Canada is het enige land met statistieken: het land geeft 3,3 % van het bbp uit aan onderhoud, ruim twee keer zoveel als aan R&D. Als landen beter zouden bij houden hoeveel hun gebouwen en infrastructuur waard zijn, zouden ze meer geprikkeld worden om geld in onderhoud te steken, meent het IMF. Als je niet langer alleen een bruto maar ook een netto binnenlands product bijhoudt, valt ineens op hoeveel assets verpieteren door verwaarlozing.