Mischa Brendel
Nasa heeft drie Amerikaanse commerciële bedrijven in totaal ruim 1,1 miljard dollar toegezegd voor de ontwikkeling van een opvolger voor de space shuttle.
Boeing krijgt met 460 miljoen dollar het grootste deel van het bedrag; SpaceX met 440 miljoen dollar net iets minder. Sierra Nevada tot slot krijgt 212,5 miljoen dollar. De drie partijen hebben tot 31 mei 2014 de tijd om hun al bestaande ontwerpen verder uit te werken.
Boeing werkt aan de CST (Crew Space Transportation)-100, een ruimtevaartuig in de vorm van een afgeknotte kegel. Eerder testte Boeing al met succes onder meer de motoren en het hitteschild van de CST-100.
SpaceX werkt verder aan de Dragon, waarvan de eerste testvlucht al in 2010 plaatsvond. Eerder dit jaar was er al een succesvolle koppeling tussen een (onbemande) Dragon en het ISS (zie TW 20/21). De Dragon heeft eveneens de vorm van een afgeknotte kegel.
De Dream Chaser van Sierra Nevada heeft qua uiterlijk het meest weg van een verkleinde versie van de space shuttle. Alle drie de ruimtevaartuigen bieden ruimte aan maximaal zeven bemanningsleden.
Zowel de Dream Chaser als de CST-100 zullen met een Atlas-V-raket van de United Launch Alliance (een joint venture van Lockheed Martin en Boeing) worden gelanceerd. De Dream Chaser landt net als de space shuttle horizontaal; de CST-100 landt verticaal met een parachute en airbags aan de onderkant van de capsule.
De Dragon wordt met een Falcon-9-raket van SpaceX zelf gelanceerd. Stuwraketten sturen de verticale landing. De capsule krijgt een landingsgestel.