Erwin Boutsma
NASA's bemande ruimtevaartuig Orion is klaar voor zijn eerste testvlucht in december.
Tussen al het geweld van de commerciële ruimtevaarders, zouden we bijna vergeten dat NASA zelf ook nog hardware ontwikkelt. Een van de meest in het oog springende voorbeelden daarvan is de Orion, een zogenaamd Multi-Purpose Crew Vehicle (MPCV), die volgens NASA vorige week ‘klaar’ was.
Daarmee bedoelt de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie dat ze klaar is met de laatste tests en dat de Orion in de juiste positie is gemanouvreerd om later deze maand naar het lanceerplatform op Kennedy Space Center te worden verplaatst. Daar zal de Orion ruim 50 m hoog op de top van de Delta IV Heavy-raket worden gehesen, waarna op 4 december de eerste – onbemande – testlancering moet plaatsvinden, Exploration Flight Test-1 (EFT-1).
De Orion bestaat onder meer uit een Crew Module (CM), service-modules en een adapter om het toestel bovenop een lanceerraket te bevestigen. De CM kan maximaal zes bemanningsleden herbergen en vervoeren naar de ruimte.
Het ruimtevaartuig is losjes gebaseerd op de modules van de Apollo-missies uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Een gecontroleerde, zelfstandige landing zoals de spaceshuttle dat kon, is voor de Orion daarom niet weggelegd: de CM landt uiteindelijk aan parachutes in de oceaan.