Christian Jongeneel
De financiering van het Holland Particle Therapy Centre (HollandPTC), een samenwerkingsverband van de TU Delft, het Erasmus Universitair Medisch Centrum en het Leids Universitair Medisch Centrum, is rond.
Vorige maand verleende de Europese Investeringsbank een krediet van € 90 miljoen. Het HollandPTC hoopt op korte termijn de onderhandelingen met Zorgverzekeraars Nederland af te ronden.
Inmiddels is wel de aanbesteding voor de apparatuur gestart. Binnenkort volgt de tender voor het gebouw, dat vlakbij het Reactorinstituut in Delft zal verrijzen. Eind 2016 of begin 2017 moeten de eerste kankerpatiënten behandeld worden. Of deze planning gehaald wordt, is afhankelijk van het verloop van de aanbestedingsprocedure en de afspraken met zorgverzekeraars. Er zullen naar schatting zeshonderd patiënten per jaar behandeld kunnen worden; het aantal patiënten dat potenÂtieel baat heeft bij protontherapie is naar schatting vijftien keer zo hoog.
Protontherapie is duur, met name omdat er een deeltjesversneller aan te pas komt. Daarin worden de protonen opgejaagd tot een energie tussen de 70 en 250 miljoen eV (elektronvolt), afhankelijk van de locatie van de tumor: hoe hoger het energieniveau, hoe dieper de protonen in het weefsel doordringen. Daar waar de artsen de protonen op deze manier tot stilstand laten komen, geven ze hun energie af. Dit vernietigt het tumorweefsel zonder omliggend – gezond – weefsel aan te tasten.
Dit gegeven is het grote voordeel van protonenÂtherapie boven traditionele bestraling. Dat gebeurt met fotonen (röntgenstraling), die hun energie veel meer verspreid door het weefsel afgeven. Dat maakt de kans op nevenschade aan gezond weefsel groter.
HollandPTC wordt niet alleen een behandel-, maar ook een onderzoekscentrum, dat zich richt op betere visualisatie van de tumor en omliggend weefsel en de snelle verwerking van deze informatie in het bestralingsplan.