Bruno van Wayenburg
‘Helaas mannen, dit is toch echt einde oefening’, zegt projectmanager Alfons Mayer van TNO. In zijn testbunker in Rijswijk zijn amateur-raketingenieurs Aad Eggers, Ron Breider en Leo de Bolster een hele dag bezig geweest met het voorbereiden van de eerste volledige test van hun raketmotor, bedoeld voor een maanlander. Een lekkende gasklep doet ze nu de das om.
Het is een forse tegenslag voor het Nederlands-Japanse team White Label Space (WLS), dat een gooi doen wil naar de Google Lunar X Prize. Winnaar van deze ruimtevaartprijs van dertig miljoen dollar is het eerste team dat voor eind 2015 een robot naar de maan stuurt, 500 m laat rijden, en beeld en data terug laat seinen. Inmiddels zijn er nog 24 teams in de race.
‘Dit is heel spijtig’, zegt vrijwilliger Eggers, die voor zijn pensioen onder andere bij ruimtevaartbedrijf Dutch Space werkte. Het plan was om de tanks te vullen met kerosine als brandstof en lachgas als oxidator, en de raketmotor daarop drie seconden te laten branden. De uitstoot, een vlam van zo’n anderhalve meter, moet een stuwkracht van 1,5 kN leveren.
Als sponsor stelde TNO de faciliteit ter beschikking. Een eerdere testpoging in mei mislukte, maar vorige week slaagde de test van de ontsteker van de raketmotor wel. ‘Maar hiermee houdt de TNO-sponsoring voorlopig op’, zegt Mayer aan het eind van een dag van gestaag oplopende test-stress door technische problemen. Eggers legt zich neer bij de beslissing. ‘We moeten onderzoeken wat het probleem is, voordat we aan een volgende test kunnen denken.’
