Rijkswaterstaat
Vorig jaar begon Rijkswaterstaat samen met Combinatie NU, bestaande uit Mourik en BESIX, aan de renovatie van de Nijkerkerbrug. Zo op het eerste gezicht een brugrenovatie als alle andere, maar niets is wat het lijkt. Een nieuwe werkfilosofie en minimale hinder voor weggebruikers maken dit tot een bijzonder project.
De in 1965 opgeleverde brug die Nijkerk in Gelderland verbindt met Flevoland, was aan een grote renovatie toe. De bijna 300 m lange brug vertoont slijtageverschijnselen door het toenemende verkeer en steeds zwaardere voertuigen. Inmiddels rijden er dagelijks zo’n 15.000 voertuigen overheen. Na het verstevigen van pijlers en langsliggers kan de gewichtsbeperking vervallen en mogen er na het derde kwartaal van dit jaar vrachtwagens overheen rijden met een gewicht tot 60 ton.
Het project voorziet eveneens in het vervangen van een brugdeel, waardoor de doorrijhoogte onder de brug ter plaatse van de Slingerweg verhoogd wordt tot 4,5 m. Daarnaast worden de fietspaden aan weerszijden van de brug van nieuw asfalt voorzien en wordt tevens de afwatering verbeterd. Aan het einde van het derde kwartaal dit jaar zijn de constructieve werkzaamheden klaar en kan de brug weer 25 tot 30 jaar mee. ‘Die levensduur is best bijzonder, omdat Rijkswaterstaat in eerste instantie uitging van een levensduur van 100 jaar. In gesprekken met de beheerder en omgeving is echter gebleken dat 25 tot 30 jaar beter aansluit bij hun behoefte’, vertelt projectmanager Peter Bouwman. ‘Het sluis- en stuwcomplex Nijkerk – waar de Nijkerkerbrug onderdeel van is – wordt nu zo gerenoveerd dat de levensduur ervan weer gelijk is aan de verwachte levensduur van de rest van het complex. Hierdoor blijft hinder voor alle gebruikers beperkt en houdt het project rekening met de toekomstige omgeving. Hierdoor wordt ingecalculeerd dat de functie en de capaciteit van de brug en het complex kunnen veranderen.’
Om de hinder te beperken vindt de renovatie waar mogelijk plaats vanaf de onderkant. Hierdoor is de brug het komende half jaar maar vier tot zes weekenden afgesloten voor het verkeer; onder andere wanneer de fietspaden nieuw asfalt krijgen, de voegen op de brug vervangen worden en wanneer er een deel van het brugdek wordt vervangen en aangepast om de doorrijhoogte ter plaatse van de Slingerweg te vergroten. Een groot deel van de brugpijlers en –velden staat nu in de steigers, wat nog een vrij lastige klus bleek, omdat een deel zich boven het water bevindt. ‘We verstevigen de pijlers en liggers vanaf de onderkant van de brug met koolstoflamellen, nieuwe wapening en spuitbeton’, licht Bouwman toe. ‘Om verdere corrosie van de betonwapening te voorkomen brengen we kathodische bescherming aan.’
Een deel van de renovatiewerkzaamheden vindt plaats in het stormseizoen en dat zorgt voor de nodige uitdagingen. Zo zijn de steigers ingepakt met folie, zodat er geen afval of verontreiniging in het milieu terechtkomt. Maar de ingepakte steigers vangen veel wind. ‘Bij storm moesten we het folie zelfs preventief stuk snijden om schade te voorkomen’, aldus Bouwman. Het weer zorgt voor nog meer uitdagingen. Bij het aanbrengen van de koolstoflamellen en het spuitbeton mag de omgevingstemperatuur niet zakken tot onder de 8 °C. Bouwman: ‘Daarom zorgen we voor tijdelijke en plaatselijke verwarming van de met folie afgesloten werkvelden.’
Tegen de tijd dat het warmer wordt, start ook het broedseizoen voor allerlei vogels die op en rondom de brug nestelen. Bouwman: ‘In nauw overleg en samenwerking met ecologen gaan we op een goede manier met de flora- en faunawetgeving om. Zo zijn er speciale broedkasten opgehangen voor kauwen en vleermuizen en staan er op meerdere plekken zogenaamde vogelhotels voor zwaluwen. Op een natuurlijke manier voorkomt een valkenier met zijn roofvogels dat zwaluwen zich onder de brug gaan nestelen.’
De renovatie is voor Rijkswaterstaat het eerste project dat valt onder een nieuw ontwikkelde samenwerkingsvorm genaamd Project DOEN. In Project DOEN werkt Rijkswaterstaat niet met de gebruikelijke contracten, maar is gezamenlijk een contract opgesteld. Rijkswaterstaat maakte samen met de aannemers het ontwerp, een kostenraming, risico-inschatting en een handleiding met werkafspraken. Gezamenlijk is zo de aanneemsom bepaald. Bouwman: ‘Dit is werken volgens de bedoeling. Daar staat het ook echt voor. In de handleiding die we samen met Combinatie NU hebben gemaakt, staat met welke filosofie we werken en hoe we met elkaar omgaan. Daarom was de selectie op samenwerking in de aanbesteding zo wezenlijk van belang. Vaak beginnen partijen aan een project met uiteenlopende verwachtingen en een pak papier voor zich. Maar dat is niet de basis voor een goed huwelijk. Ons idee was nu om te starten met goed samen kunnen werken en vooraf bespreken wat we doen als we het niet met elkaar eens zijn. Dat is een veel betere basis. Project DOEN streeft ernaar dat de samenwerking in projecten tussen opdrachtgevers en marktpartijen zo goed is, dat de klant altijd blij is met het resultaat en er sprake is van eerlijk geld voor eerlijk werk.’
Bouwman bekent dat hij in het begin nog wat sceptisch was over de nieuwe werkwijze, omdat hij pas iets later in het project stapte. ‘Maar ik was al heel snel om. Dat komt ook omdat we allemaal samen in één bouwkeet bij de brug zitten. Daarbinnen hebben we niet een scheiding van aannemer en opdrachtgever, we zitten er als één team. We hebben al veel van elkaar geleerd. Omdat we zo nauw samenwerken, vertrouwen en begrijpen we elkaar.’
De samenwerking en nieuwe werkfilosofie werd in oktober goed op de proef gesteld toen bleek dat er asbest in het gebruikte straalgrit zat. Bouwman: ‘We hebben elkaar daarvan direct op de hoogte gesteld en samen bepaald wat er gedaan moest worden. We hebben dit samen opgelost. Er is daarbij geen moment geweest waarop er naar elkaar gewezen is; dat kan nog wel eens voorkomen in dit soort situaties. Juist door de nieuwe werkwijze op basis van vertrouwen en wederzijds begrip, hebben we heel snel en adequaat kunnen handelen.’
Bij Project DOEN werken relatief veel jonge medewerkers. Dat is volgens Bouwman geen toeval: ‘Vanuit Rijkswaterstaat stond er een groepje jonge mensen op die het project echt anders wilden aanpakken. De aannemers op hun beurt lieten bij dit project ook jonge medewerkers aansluiten. Het is inmiddels een hele nieuwe manier van werken geworden, waarin we vernieuwend en open minded met elkaar bezig zijn. Alle betrokkenen zijn enthousiast en leren veel.’