Mischa Brendel
Vanaf het collegejaar 2019-2020 start de Rijksuniversiteit Groningen met de masteropleiding Mechanical Engineering, ofwel werktuigbouwkunde.
De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie heeft definitieve accreditatie voor de opleiding verleend. Prof.dr.ir. Jacquelien Scherpen, voorzitter van het Groningen Engineering Center (GEC) en directeur van het Engineering and Technology Institute Groningen (ENTEG): ‘Dit is de kroon op ruim twee jaar voorbereidingswerk. We willen nu snel beginnen met de werving, zodat we september volgend jaar van start kunnen met zo’n vijftig studenten.’ De masteropleiding zal vier studierichtingen gaan bieden: geavanceerde instrumentatie, smart factories, procesontwerp voor energiesystemen, en materialen voor werktuigbouwkunde.
De RUG ontwikkelt zich al langer op het gebied van bètatechniek; buiten de steden met de TU is het de enige universiteit in Nederland waar studenten een ingenieurstitel kunnen halen. Hoewel de universiteit al sinds eind jaren ’50 ingenieursopleidingen aanbiedt, kwamen de technische opleidingen meer in het voetlicht door de oprichting van het GEC in 2016.
De reden voor het aanbieden van de master werktuigbouwkunde is volgens de RUG de grote vraag naar hoogopgeleide werktuigbouwkundigen vanuit het bedrijfsleven en dat is in Noord-Nederland niet anders. Dit blijkt ook uit de bedrijven die partners zijn in bij deze master: Philips in Drachten, Fokker in Hoogeveen en SRON in Groningen gaan stageplekken voor de masterstudenten aanbieden. Scherpen: ‘De nieuwe opleiding is echt van en voor heel Noord-Nederland. Zo is de afstudeerrichting Smart factories ontwikkeld in samenwerking met Friese partners, in het bijzonder het Innovatiecluster Drachten en onze collega’s van RUG/Campus Fryslân.’
Eind vorig jaar dienden de UT, de TUD en de TU/e een bezwaarschrift in tegen de masteropleiding aan de RUG. Zij waren onder meer van mening dat de nieuwe opleiding in Groningen niet was opgenomen in de zogenoemde sectorplannen. Ook zou er geen sprake zijn van capaciteitsproblemen bij de huidige drie masteropleidingen, wat een vierde masteropleiding onnodig zou maken. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) veegde deze bezwaren echter van tafel en stelde dat de vraag naar werktuigbouwkundigen vanuit de markt toeneemt en de nieuwe masteropleiding bijdraagt aan de spreiding van het onderwijsaanbod in Nederland.