Rijkert Knoppers
Het Canadese Metro Vancouver, een nutsbedrijf van 23 samenwerkende gemeenten in British Columbia, gaat een nieuwe techniek gebruiken om uit rioolslib ruwe olie (biocrude) te maken. Het proces is gebaseerd op hydrothermische liquefactie. Daarbij worden langere koolstofketens onder hoge temperatuur tot kortere ketens opgebroken.
Het bijzondere van het vervloeiingsprocedé, ontwikkeld door het Pacific Northwest National Laboratory (PNNL), is dat er geen ontwatering van het rioolslib aan te pas hoeft te komen. Tot nu toe was juist het relatief dure en energie-intensieve ontwateren een belemmering om rioolslib te gebruiken voor de productie van biocrude.
De reactor bestaat uit een lange buis, waarbij het slib tot 350 °C wordt verhit bij een druk van ongeveer 200 bar. De hitte en de druk zorgen ervoor dat het afvalmateriaal uiteenvalt in ruwe olie en een waterachtige vloeistof. ‘Er zit heel veel koolstof in het rioolslib van het gemeentelijke afvalwater en interessant genoeg ook veel vetten’, verduidelijkt projectleidster Corinne Drennan van PNNL. ‘De vetten en lipiden lijken het afbraakproces van ander materiaal in het afvalwater, zoals toiletpapier, te bevorderen en zorgen ervoor dat het rioolslib door de reactor blijft stromen.’ Volgens een onderzoek van de Water Environment & Reuse Foundation valt er op deze manier uit bijna 60 % van de in het slib aanwezige koolstof ruwe olie te maken. Die kan vervolgens na een raffinageproces dienen als grondstof voor benzine, diesel en kerosine. Uit de resterende waterachtige substantie zijn met behulp van een katalysator andere brandstoffen en chemische producten te fabriceren.
Over het aanbod van rioolslib valt in elk geval niet te klagen. Dagelijks verwerken Amerikaanse rioolwaterzuiveringsinstallaties 129 miljard l rioolwater. Deze hoeveelheid zou met de nieuwe techniek jaarlijks 113 miljoen l biocrude kunnen opleveren. De verwachting is dat Metro Vancouver na een ontwerpfase in 2018 met het productieproces gaat beginnen.
