Armand van Wijck
In het kielzog van het koningspaar reisde een Nederlandse handelsdelegatie vorige week af naar Zuid-Duitsland. Juist hier is voor de Nederlandse industrie nog veel te halen, bleek tijdens een industrieforum in Stuttgart, georganiseerd door de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK).
‘Er is nog maar weinig aandacht voor Baden-Württemberg, terwijl daar juist de grote kansen liggen voor onder andere Nederlandse toeleveranciers’, aldus Johan Spijksma, hoofd exportadvies bij de DNHK. ‘Duitsland investeert in Europa het meest in innovatie: bijna 3 % van het bruto binnenlands product gaat er in om, in tegenstelling tot zo’n 1,5 % in Nederland.’ De Zuid-Duitse deelstaat is een hotspot voor de automotive sector, de elektrotechniek en de machinebouw.
Het forum richtte zich op automotive, luchtvaart, smartgrids en medische techniek. Duitse en Nederlandse ondernemers discussieerden met elkaar over de uitdagingen en voordelen voor beide landen. Nederlandse bedrijven doen het over het algemeen goed in Duitsland. Dat komt volgens Spijksma met name door de flexibiliteit: ‘Nederlandse ondernemers zoeken gezamenlijk met de opdrachtgever naar oplossingen en veel Nederlandse toeleveranciers kunnen sneller schakelen, omdat ze meestal kleiner zijn dan de Duitse concurrenten en het op managementniveau veel minder hiërarchisch is.’
Maar de Nederlanders moeten zich wel enigszins aanpassen aan de Duitse ondernemingsgeest. ‘Duitse bedrijven werken veel met langeÂtermijnplanning, wat ook geldt voor het industriebeleid van de Duitse overheid’, aldus Spijksma. ‘In Nederland wil men nog wel eens voor snelle successen gaan, maar om van de grond te komen in Duitsland is een lange adem nodig.’
Maar wie eenmaal een netwerk heeft opgebouwd, heeft dan ook zakenrelaties voor de lange termijn. Een sleutel tot succes is volgens Spijksma om lokale zakenpartners te vinden. Deze kennen de markt en de cultuur als geen ander. En over lange termijn gesproken: ‘Ik verwacht dat Duitsland in de elektrotechniek de export naar China nog meer gaat vergroten’, besluit Spijksma. ‘Made in Germany is daar gewoon een keurmerk. Een tweede stap is dus om samen met de Duitsers andere markten aan te boren.’