Nieuws
0

Scheveningen krijgt een bezwijkboulevard

Henk Klomp

Ingenieurs van de gemeente Den Haag dichten het ‘lek van Scheveningen’. Afgelopen zaterdag konden bezoekers een blik werpen op de waterkering in aanbouw.

De dijk verdwijnt straks onder zand. De ‘stranddijk’ is een van de aansprekende topprojecten waarin ingenieursbureaus hun kunnen tonen. 

 

Ing. Jan Wyrdeman van Ingenieursbureau Den Haag, projectleider van de bouw van het nieuwe strand, de sterkere dijk en de nieuwe boulevard van Scheveningen, wijst vanaf het duin naar een oude muur met keien. ‘Het restant van de oude strandmuur, die nog dateert uit 1890. Vroeger had niemand een probleem met zo’n muur. Nu wil niemand een Berlijnse muur in hartje Scheveningen.’

 

Een versterkte dijk in Scheveningen moet de komende eeuw Zuid-Holland beschermen tegen een mogelijke stijging van de zeespiegel van dertig centimeter.

 

Nadat Al Gore de klimaatproblematiek aan de orde stelde, waren bestuurders er snel bij om te verzekeren dat Zuid-Holland toch echt niet in 2020 voor tweederde onder water staat. ‘Al snel kwam het geld vrij voor de versteviging van vijftien kwetsbare punten in de waterkering, waar Rijkswaterstaat al langer mee bezig was. De budgetten waren vrijgemaakt voordat de economische crisis toesloeg’, legt Wyrdeman uit.

 

‘Hier, bij de Keizerstraat, ligt de zwakste plek in de Scheveningse kering. De top van de dijk ligt hier vijf meter lager dan daar, een paar meter verderop. Op deze plek lag de oude haven. De bomschuiten lagen hier te wachten tot ze met vloed werden opgetild.’ Vanaf de duintop kun je nog zo de hoofdweg het vissersdorp in volgen.

 

Het Hoogheemraadschap Delfland wilde hier de dam tot 10,10 meter NAP verhogen. Men had berekend dat bij een zogeheten superstorm, die statistisch één keer in tienduizend jaar optreedt, de waterkering het zou houden en Zuid-Holland niet tot aan Gouda zou vollopen. ‘Veel panden, sommige zijn wel honderd jaar oud, zouden hun uitzicht op zee verliezen. En bij veel huizen in het dorp zouden de ramen en deuren verplaatst moeten worden. Het monument van het Vissersvrouwtje zou achter een metershoge muur verdwijnen.’

 

Toen bedacht Wyrdeman samen met zijn ingenieurs de bezwijkboulevard. ‘Bij een superstorm moet alles voor de dijk tot stof uiteenspatten’, vertelt hij. ‘Van keermuur tot kiosk, tot brug, tot landmarks. Het zogeheten bezwijkprincipe. Als alles maar uiteenspat in stukken die licht genoeg zijn, zal er geen gat in de dijk worden geslagen en blijft het achterland beschermd.’ Delfland kon zich onder deze voorwaarde schikken in een verstevigde dijk met een hoogte van 8,60 meter NAP in combinatie met een extra twee miljoen kuub zand op het strand ervoor, dat daardoor zeventig meter breder werd.

 

Onderzoek bij de Zeeuwse dijken toonde aan dat stukken op de boulevard hoogstens zevenhonderd kilo zwaar mogen zijn, zodat ze niet bij een storm de waterkering kapot slaan. Vervolgens puzzelden de ingenieurs samen met architect Manuel de Solà-Morales een bezwijkbare dijkbekleding en boulevard in elkaar. Wyrdeman: ‘Je kunt je het inderdaad als een soort bouwwerk van legoblokjes voorstellen. Heel de boulevard wordt opgebouwd uit elementen van hoogstens zevenhonderd kilo zwaar die met sluitstukken aan elkaar grijpen die bij een superstorm uiteenvallen.’

Onderwerp:
BouwCiviele TechniekVervoer

Meer relevante berichten

Nieuwsbrief
Relevante berichten