Nieuws
0

Slecht onderbouwd waterplan

Benno Boeters

Acht jaar geleden was er in de Spaanse stad Zaragoza de Expo 2008, de Wereldtentoonstelling, over water en duurzaamheid.

Een terrein aan de overkant van de rivier de Ebro was compleet omgetoverd en stond vol met feestelijke paviljoens; 107 landen deden mee en op de ‘Nederlandse dag’ kwamen zelfs – toen nog – prins Willem Alexander en Máxima op bezoek (en moesten in de bloedhitte een erewacht inspecteren). De bijdrage van Nederland-waterland bestond hoofdzakelijk uit een promotiefilm; een eigen paviljoen met alles erop en eraan ontbrak. Zaragoza hield er een mooie overdekte voetgangersbrug over de rivier aan over, maar de Plaza Expo, het congrespaleis en het amfitheater liggen er nu enigszins verlaten bij. Het Zuid-Spaanse Sevilla heeft, ook aan de overkant van de rivier, een ware spookstad overgehouden aan de Expo ‘92.

De lobbyisten die Rotterdam kandidaat wilden stellen voor de Expo 2025 – thema water, deltatechnologie, energie en duurzaamheid – voorspelden dat een investering van € 5 miljard een opbrengst van € 50 miljard, 50 miljoen bezoekers en honderdduizend banen oplevert. Echter, minister Kamp liet een kosten-batenanalyse doen, concludeerde dat het negatief saldo kon oplopen tot € 500.000 à € 1 miljard, en besloot om het niet te doen. Het Bureau Internationale des Expositions, organisator van de wereldtentoonstellingen, eist een garantstelling van de nationale overheid. Kamp bedankt daarvoor. Terecht. Bovendien stelde hij vast dat dekking voor extra infrastructuur – een brug ten westen van de Erasmusbrug, een nieuwe metrolijn – ontbrak. Boze reacties volgden: ‘Geen lef maar laf’ (initiatiefnemer Leendert Bikker), ‘Nederland denkt veel te klein’ (VNO-NCW), ‘jammer’ (Deltacommissaris).

De Nederlandse (water-)bouwsector staat te trappelen om delta-expertise te exporteren. ‘Wij hebben de oplossingen voor deltaproblemen overal ter wereld’, ‘waterprobleem? Bring in the Dutch!’ En bewindslieden doen daar volop in mee, als ze bijvoorbeeld weer een buitenlandse collega meetronen naar de Oosterscheldekering. De band tussen overheid en waterbouwbedrijven is nergens zo hecht als in Nederland. Álle grote werken, van Afsluitdijk tot Maeslantkering, alle waterkeringen, alle ‘icoonprojecten’, zoals Zandmotor of Ruimte voor de Rivier, financiert de overheid (rijks- of lokaal), of wij dus eigenlijk, de belastingbetalers.

De overheid betaalt ook fors mee aan de kennisinstituten en zelfs aan grote plannen ver weg, zoals de Giant Sea Wall om Jakarta te redden of maatregelen om de Mekongdelta te verbeteren. We zijn heel goed in publiek-private samenwerking en hebben de financiering voor waterprojecten prima op orde. Maar dát model laat zich moeilijker exporteren.

Als de ondersteuners van het World Expo-initiatief (Philips, AkzoNobel, DSM, FrieslandCampina, KLM, Heineken, Shell, Unilever, ING, Rabobank, KPMG, EY, AVR, Eneco, KLM, KPN, Royal HaskoningDHV, Van Oord en Siemens) écht meenden dat een Expo zo’n economische boost teweegbrengt, hadden ze met een beter onderbouwde businesscase moeten komen.

Meer relevante berichten

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Nieuwsbrief

Relevante berichten
×