Piet Smolders
Is ruimtevaart nuttig? Die vraag zal door een filosoof heel anders worden beantwoord dan door een boekhouder.
Het eerste antwoord heeft waarschijnlijk te maken met de kosmische bestemming van de mensheid en kan niet anders dan hypothetisch zijn. De boekhouder heeft het makkelijker: hij praat over ‘return on investment’.
Al aan het begin van het ruimtevaarttijdperk stelde Nasa dat van elke in ruimtevaart geïnvesteerde federale dollar anderhalve dollar terugvloeit in de nationale economie. Het bureau besteedt dan ook veel aandacht aan spin-offtechnologie die dankzij de ruimtevaart is verkregen. Elk jaar verschijnt er een lijvig boek met gemiddeld vijftig aanprekende voorbeelden: kleding en gasmaskers voor brandweermannen, hittebestendige isolatiematerialen, robottechnologie, nieuwe technieken voor operatiekamers, sterkere zeilen voor zeilschepen, noem maar op. Maar voor er sprake kan zijn van spin-off moet er sprake zijn geweest van technology transfer. Daar doet Nasa veel aan, maar ook de Europese en Nederlandse ruimtevaartinstanties zetten zich er voor in.
Dat bleek weer op dinsdag 22 november toen bij ESTEC (Noordwijk) in het Erasmusgebouw voor de zevende keer Space Match plaatsvond, georganiseerd door NSO (Netherlands Space Office), TNO en ESA. Het thema was dit jaar ‘integrale veiligheid’. Tijdens korte ‘speeddates’ van maximaal tien minuten werden circa zeventig geïnteresseerde vertegenwoordigers van het midden- en kleinbedrijf in contact gebracht met vijftien ruimtevaart-gerelateerde ondernemingen die iets in de aanbieding hadden wat (wellicht) vermarkt kan worden.
Eén voorbeeld is Geoserve, een op maat gesneden pakket van satellietbeelden, afgestemd op de behoefte van de gebruiker. Ook het al eerder in TW beschreven bedrijf Hansje Brinker, dat via radar (onafhankelijk van belichting en bewolking) infrastructuur kan controleren, werd genoemd.
Microsatellieten (1 tot 5 kg) van Ocean Traffic Monitoring kunnen elke drie uur een actueel beeld van de posities van alle grote schepen geven. Filtex maakt het mogelijk levend weefsel te desinfecteren met koud plasma in plaats van met alcohol; geschikt voor astronauten, maar ook voor medisch personeel en brandwondenslachtoffers.
Verder kwamen voorbij: een robuuste versleuteling van dataverkeer, controle van gas- en oliepijpleidingen vanuit de ruimte, het via radar automatisch detecteren van veranderingen in bijvoorbeeld tropisch bos en stedelijke gebieden, het bestrijden van brand in servers en medische apparatuur door het vliegensvlug produceren van een volume aan stikstof dat vierhonderd keer groter is dan het eigen volume, een TNO-instrument voor bepaling van moleculaire en elementaire samenstelling van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen (orspronkelijk ontworpen om leven op Mars aan te tonen), een apparaat tegen (criminele) ontregeling van gps, en een multifunctionele stralingsmeter om stralingsschade aan mensen en materialen te voorkomen.
Het contact tussen ruimtevaartinstanties en bedrijfsleven blijkt vaak vruchtbaar. Zo’n succesverhaal werd verwoord door Inez Dinkla van het Groningse bedrijf Bioclear. In samenwerking met derden ontwikkelde het bedrijf de swab saver, een apparaatje waarmee bacteriën en virussen kunnen worden aangetoond. Oorspronkelijk was het instrument bedoeld om verontreinigingen in ruimtevaartuigen vast te stellen. Nu blijkt er serieuze belangstelling uit onverwachte hoek: het opsporen van eventuele infecties bij Koi karpers. De koper van zo’n peperdure vis wil zeker zijn van de gezondheid van zijn aanwinst. Vroeger was de enige mogelijkheid om het dier dood te maken en op te sturen naar een laboratorium. De swab saver kan in een enveloppe worden verzonden. Totale kosten: circa honderd euro. Bij een prijs van soms duizenden euro’s per Koi karper lijkt dat een verantwoorde investering.
De Space Matches voor het mkb, die per keer zo’n vijf geslaagde gezamenlijke projecten opleveren, blijven een jaarlijks evenement. Maar de ruimtevaart komt binnenkort nog meer naar het bedrijfsleven toe. Op 8 december opent ESA buiten zijn strenge bewaakte poorten op het Space Park in Noordwijk een hypermoderne verzamelplaats voor ruimtevaart-gerelateerde bedrijven en bedrijfjes: het ESIC (European Space Innovation Centre). Niet speeddaten maar incubation is hier het trefwoord. Een logisch vervolg.