Piet Smolders
Een ruimtevliegtuig dat horizontaal vanaf een normaal vliegveld vertrekt, naar een baan om de aarde vliegt en vervolgens weer op een normaal vliegtuig landt.
Die aloude droom van ruimtevaartingenieurs kan werkelijkheid worden dankzij een revolutionaire Engelse vinding.
Raketmotoren werken op een brandstof (bijvoorbeeld kerosine of waterstof) die verbrandt met zuurstof. De tanks bevatten niet alleen de brandstof, maar ook vloeibare zuurstof, omdat de raketten voornamelijk in de ruimte opereren. De vloeibare zuurstof zorgt voor een enorme startmassa en om de gewenste eindsnelheid (Mach 25) te halen worden lege tanks en de bijbehorende motoren afgeworpen. Meestal is er sprake van twee tot vier trappen.
Als tijdens de vlucht door de atmosfeer zuurstof uit de dampkring kan worden opgenomen, zou slechts één (herbruikbare) raket nodig zijn. Probleem tot nu: bij snelheden van rond Mach 5 wordt de ingenomen lucht zo heet, dat de motor zou smelten. De lucht moet dus heel snel extreem worden gekoeld.
Na dertig jaar onderzoek heeft het Britse Reaction Engines Ltd nu een pre-cooler getest die de lucht in een fractie van een seconde afkoelt van plus 1.000 naar min 150 graden Celcius. Deze koelinstallatie maakt hun zogenaamde Sabre straal-raketmotor mogelijk. Deze Sabre wordt de krachtbron van het geplande Skylon ruimtevliegtuig.
Een minder krachtige versie van Skylon, Lapcat, zou bruikbaar zijn voor vluchten tussen de continenten, waardoor de maximale vluchttijd vier uur wordt.