Marianne Pinckaers
Met twee botsende vloeistofstromen, waarbij druppels ontstaan, is het mogelijk om sneller levende cellen in 3d-prints te verwerken. Dit hebben onderzoekers aan de Universiteit Twente ontdekt.
De nieuwe techniek genaamd in-air microfluidics leidt kleine druppels vloeistof door de lucht en laat ze met elkaar botsen. De ene vloeistof vormt een schil om de andere vloeistof en stolt, waardoor er een sponsachtige structuur ontstaat. Door levende cellen in een vloeistof te vangen ontstaat er een 3d-structuur die erg lijkt op natuurlijk weefsel.
Deze techniek is ongeveer 500 keer sneller dan klassieke microfluïdica waarbij de druppels door kanaaltjes worden geleid. De 3d-printtechniek is interessant voor toepassingen zoals weefselreparaties, omdat hij niet werkt met warmte of uv-licht, die schadelijk kunnen zijn voor cellen.
