Mark van der Heijden
Netbeheerder TenneT heeft bij het aanleggen van een ondergrondse hoogspanningskabel voor het eerst gebruik gemaakt van de Watucab-techniek, een methode waarbij de kabel door waterkracht door de mantelbuis wordt geduwd. Met deze aanpak zijn langere afstanden te overbruggen en is er minder risico op schade aan de hoogspanningskabel.
Een ondergrondse hoogspanningskabel wordt nu op twee manieren gelegd; of er wordt een geul gegraven waarin de kabel wordt gelegd, of via een gestuurde boring wordt een tunnel gemaakt waardoor de mantelbuizen van HDPE-kunststof worden getrokken. Nadat de buizen zijn gekalibreerd en schoon geblazen, kan met een lier de hoogspanningskabel door de mantelbuis worden getrokken.
Die werkwijze heeft zijn nadelen, vertelt Bob Zoomers, construction manager bij TenneT. ‘Bij deze methode trekt de lier aan de kop van de kabel. De trekkracht is daarom gemaximaliseerd om de kabel niet kapot te trekken. Daardoor is op het moment dat in een tracé veel bochten zitten, bochten zorgen voor wrijving, de lengte beperkt. We trekken nu een kabel tot maximaal ongeveer 1,5 km. Als er meerdere bochten in zitten wordt de maximale trekkracht sneller overschreden en wordt de maximale lengte aanzienlijk korter; bijvoorbeeld maar 600 m.
Die problemen worden ondervangen met de Watucab-techniek, ontwikkeld door het Zwitserse bedrijf Plumettaz. Bouwbedrijf Heijmans past dit voor het eerst toe bij een project van TenneT in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Zoomers: ‘Vooraan de kabel zit geen lier meer maar een zogenaamde ‘pig’ van ongeveer een halve meter lang die de mantelbuis afsluit. De kabel wordt daarmee met 2 bar waterdruk vooruit gepusht en dus niet meer aan de voorzijde getrokken.’
Aan het begin van de mantelbuis, daar waar de kabel de buis ingaat, zit een koppelstuk dat de mantelbuis volledig afsluit. Daar ook staat de machine die de kabel vooruit duwt i.c.m. de waterdruk, net zoals de aangedreven haspel met daarop de kabel die afrolt. ‘Doordat de buis is gevuld met water gaat de kabel deels drijven, waardoor je ook nog minder wrijving hebt.’ Overigens zit elke ondergrondse hoogspanningskabel die is aangelegd middels een boring in een mantelbuis gevuld met water, wat ook goed is voor de koeling van de kabel.
‘Het voordeel is dat we minder kracht op de hoogspanningskabel hoeven uit te oefenen. Doordat de kabel deels drijft, komt deze makkelijker door de bochten heen en zijn langere afstanden te overbruggen. We hopen in de toekomst langere tracés van mogelijk wel 2,5 km te doen. En we hebben minder materiaal nodig; er staan maar aan één kant van de mantelbuis machines.’
In totaal zijn zeven mantelbuizen over een tracé van 1078 meter gelegd, waarvan in 6 buizen elk één hoogspanningskabel. ‘Het tracé dat hiernaast ligt, is even lang. Daar gaan we op de conventionele manier intrekken, zodat we een goed inzicht krijgen in de voor- en nadelen.’
TenneT en Heijmans zijn niet de eerste bedrijven in Nederland die deze techniek toepassen. Die eer gaat waarschijnlijk naar A.Hak, een bedrijf uit Tricht gespecialiseerd in ondergrondse infrastructuur. Zij pasten de techniek in april dit jaar toe bij de aanleg van kabels van Hazerswoude naar Alphen aan den Rijn.